Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3291/JA en 13/3313/JA, 23 december 2013, beroep
Uitspraakdatum:23-12-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummers: 13/3291/JA en 13/3313/JA

betreft: [klager] datum: 23 december 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften van

de directeur van de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) De Hartelborgt te Spijkenisse, (13/3291/JA),

gericht tegen een uitspraak van 30 september 2013 van de beklagrechter bij voormelde j.j.i.,

alsmede van [...], geboren op [1994], verder te noemen klager, (13/3313/JA),

eveneens gericht tegen de uitspraak van 30 september 2013 van de beklagrechter bij voormelde j.j.i., echter voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 december 2013, gehouden in de j.j.i. Teylingereind te Sassenheim, zijn gehoord klager en [...], unitmanager bij voornoemde j.j.i..

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het niet tijdig reageren op een intercom oproep van klager.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard en klager een tegemoetkoming toegekend van € 2,25 op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
Namens de directeur is in beroep aangevoerd dat klager niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij langer dan 20 minuten heeft moeten wachten tot er op zijn oproep via de intercom gereageerd werd. Mogelijk heeft klager langer moeten wachten op een reactie
vanwege een kamerplaatsing, maar het zal zeker geen uren geduurd hebben. Er wordt niet geregistreerd hoe laat een jeugdige op de intercom drukt en wanneer er op de oproep gereageerd wordt. Alle oproepen zijn die ochtend beantwoord.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Er was in die periode te weinig personeel, op deze dag was er maar één personeelslid op de afdeling. Klager belde ’s ochtends omdat hij honger had en wilde gaan eten. Hij heeft twee à drie uur moeten wachten voor er iemand kwam. Er had net zo goed iets
vervelends kunnen gebeuren in die tijd. Normaal gesproken wordt er veel sneller gereageerd, behalve als de groep met de leiding naar buiten is en de leiding is vergeten de intercom door te schakelen naar de centrale post.
Op het moment dat er eindelijk iemand kwam, was klager boos. Klager vindt de toegekende tegemoetkoming voor de lange tijd wachten veel te laag.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep ten aanzien van het beroep met nummer 13/3291/JA is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Hierbij is mede in aanmerking genomen dat er zijdens de
directeur enkel is aangegeven dat klager niet zo lang heeft hoeven wachten. Enige onderbouwing, zoals bijvoorbeeld door het overleggen van een dagrapportage waaruit meer duidelijkheid over de gang van zaken op die dag op de afdeling zou gegeven zou
kunnen worden, is niet gegeven. Het beroep van de directeur zal dan ook ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van het beroep van klager (13/3313/JA) tegen de hoogte van de toegekende tegemoetkoming wordt overwogen dat nu niet is gesteld of gebleken dat klager door de niet tijdige reactie daadwerkelijk nadeel heeft ondervonden of anderszins in zijn
belangen is geschaad, de beroepscommissie zich kan zich verenigen met de hoogte van de toegekende tegemoetkoming. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard. Wel wordt de directeur gevraagd de tegemoetkoming uit te keren in natura in een binnen
de inrichting passende vorm ter hoogte van het door de beklagrechter vastgestelde bedrag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van de directeur (13/3291/JA) ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter in zoverre.

De beroepscommissie verklaart het beroep van klager (13/3313/JA) ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld met wijziging van de gronden.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J. Calkoen-Nauta, voorzitter, dr. F. Boer en mr. drs. L.C. Mulder, leden, bijgestaan door mr. I. Lispet, secretaris, op 23 december 2013.

secretaris voorzitter

Naar boven