Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3467/GM, 19 december 2013, beroep
Uitspraakdatum:19-12-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/3467/GM

betreft: [klager] datum: 19 december 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 15 oktober 2013 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Klager en zijn raadsman, mr. M. de Reus, alsmede de inrichtingsarts verbonden aan de p.i. Krimpen aan den IJssel zijn uitgenodigd om ter zitting van de beroepscommissie van 26 november 2013, gehouden in de p.i. Vught, te worden gehoord. Klager en zijn
raadsman hebben schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen. De inrichtingsarts verbonden aan de p.i. Krimpen aan den IJssel is zonder bericht van verhindering niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 7 oktober 2013, betreft de weigering van een operatie ter correctie van het neustussenschot.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Namens klager is de klacht als volgt toegelicht. Uit de medische stukken blijkt dat de behandeling kan worden uitgesteld tot na detentie, tenzij deze detentie heel lang gaat duren. De inrichting is uitgegaan van een einddatum van 13 december 2013. De
fictieve einddatum van klagers detentie is gelegen in de maand september van 2015. De inrichtingsarts heeft na het bekend worden van de nieuwe einddatum niet bezien of medisch ingrijpen alsnog zou moeten plaatsvinden.

De inrichtingsarts heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de medisch adviseur, niet nader toegelicht. Dit standpunt luidt als volgt. Klager heeft een septum deviatie en verzoekt om een operatie om dit te corrigeren. Omdat goed doorademen
houdingsafhankelijk is, slaapt klager meestal op één kant. Klager zegt dat hierdoor de klachten aan nek, rug en schouder zijn ontstaan. Klager is op 14 augustus 2013 gezien door de KNO-arts, die een forse septum deviatie heeft geconstateerd, waarvoor
op
termijn een correctie geïndiceerd is. De KNO-arts is van mening dat de correctie na detentie mag plaatsvinden. Het hoofd zorg heeft op 5 september 2013 met klager hierover gesproken. Een second opinion bij een andere huisarts leverde geen nieuwe
inzichten op. De einddatum van klager is vooralsnog op 13 december 2013.

3. De beoordeling
Op grond van de beschikbare stukken, waaronder het medisch dossier, is de beroepscommissie van oordeel dat er geen medische redenen zijn die het noodzakelijk maken om klager nog voor het einde van zijn detentie in september 2015 te opereren voor een
correctie van het neustussenschot. De weigering van de inrichtingsarts om klager te verwijzen voor een operatie, die mede is gestoeld op het consult van de KNO-arts en waarbij kennelijk nog is uitgegaan van een einddatum van 13 december 2013, kan
derhalve niet worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.B. de Pauw Gerlings-Döhrn, voorzitter, prof. dr. W.J. Schudel en drs. J.H.A.M.C. Schoenmaeckers, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 19 december 2013

secretaris voorzitter

Naar boven