Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/2379/TA, 2 december 2013, beroep
Uitspraakdatum:02-12-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/2379/TA

betreft: [klager] datum: 2 december 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.A.W. Knoester, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 15 juli 2013 van de beklagcommissie bij FPC Veldzicht te Balkbrug, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 31 oktober 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. S. Marjanovic, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...],
hoofd behandelaar.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de opschorting van klagers transmuraal verlof

De beklagcommissie heeft het beklag om formele redenen gegrond verklaard en inhoudelijk ongegrond op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De termijn voor het doen van een uitspraak door de beklagcommissie is ruimschoots overschreden. Gezien deze buitensporige overschrijding meent
klager dat hem een compensatie dient te worden verstrekt. Het niet voldoen aan de formele vereisten heeft per definitie nadeel tot gevolg. De beroepscommissie heeft na een formele gegrondverklaring van een klacht herhaaldelijk een tegemoetkoming
toegekend. De hoorplicht en onverwijlde uitreiking van de schriftelijke mededeling vormt een belangrijk recht van de terbeschikkinggestelde. Klager meent dat het beklag inhoudelijk gegrond had moeten worden verklaard. Klager bevindt zich in een
kwetsbare positie en van hem kan niet worden verwacht dat hij meer dan reeds het geval is bewijst dat hij zich aan de voorwaarden zal houden. Tot 1 februari 2013 mocht klager zijn transmuraal verlof praktiseren. Reeds om deze reden is aannemelijk dat
hij tot deze datum zich aan de voorwaarden heeft gehouden. Pas in het verweerschrift naar aanleiding van het schorsingsverzoek van klager worden kwesties benoemd van voor 1 februari 2013. Voor klager is onduidelijk gebleven aan welke voorwaarden hij
niet zou hebben voldaan. Klager ontkent op 1 februari 2013 dreigend te zijn geweest naar de hoofdbehandelaar, mevrouw E. Hij heeft zich correct opgesteld. De opschorting van het verlof is volstrekt onredelijk. Dit geldt des te meer nu klager zich in
een
vergaand stadium van zijn resocialisatie bevond en de gevolgen van de opschorting zeer groot zijn. Zijn resocialisatie heeft vertraging opgelopen. Hij zal alles opnieuw moeten opstarten.
De contacten met het personeel zijn soms niet goed; klager is een persoon die zijn mening geeft. Hij blijft echter altijd netjes. Klager meent dat de omstandigheden worden overdreven. Hij was blij dat hij naar buiten kon. Klager begrijpt niet waarom
hij
viermaal moest blazen voor de alcoholcontrole. Hij ziet dit als pesterij.
Het klopt dat klager een jointje heeft gerookt. Hij was boos omdat hij zijn kind al een jaar lang niet heeft kunnen zien.
De omstandigheden na 1 februari 2013 zijn niet relevant voor de beoordeling van het beroep. Klager verzoekt de beroepscommissie om mevrouw E. te horen.

Namens het hoofd van de inrichting wordt in beroep verwezen naar het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt. Verder wordt opgemerkt dat de gesprekken met klager correct verlopen doch ook traag. De reden hiervoor is gelegen in een aantal
positieve urinecontroles, de discussie met klager over zijn terugkeer naar de resocialisatieafdeling De Beuk en klagers eigen gedrag. Klager laat zich leiden door wat hij wil en niet wat hij kan. Het incident heeft niet geleid tot een intrekking van de
verlofmachtiging. Vrij recent is de procedure voor een nieuwe machtiging opgestart. Vanwege de moeizame samenwerking heeft het AVT geadviseerd tot verlening van een beperkte machtiging tot verblijf op de afdeling De Beuk. Recent heeft een
behandelplanbespreking plaatsgevonden. Er zal worden gekeken naar een resocialisatietraject in een kleinere plaats.

3. De beoordeling
Klager wijst op de overschrijding van de termijn voor het doen van een uitspraak door de beklagcommissie en verzoekt om een tegemoetkoming. Nu de wet geen gevolgen verbindt aan bedoelde overschrijding, is er geen aanleiding het beroep om die reden
gegrond te verklaren en klager een tegemoetkoming toe te kennen.

De beroepscommissie heeft geen aanleiding te veronderstellen dat inwilliging van het verzoek om klagers toenmalige hoofdbehandelaar, mevrouw E. te horen tot nieuwe gezichtspunten zal leiden en wijst het verzoek daarom af.

De beklagcommissie heeft het beklag op formele redenen gegrond verklaard vanwege verzuim van vormen. Klager is vooraf niet gehoord en de bestreden beslissing is niet onverwijld aan klager uitgereikt. Gelet hierop kan de beroepscommissie zich niet
verenigen met het oordeel van de beklagcommissie om klager geen tegemoetkoming toe te kennen. Het beroep zal in zoverre gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een tegemoetkoming vaststellen, namelijk een bedrag van € 10,=.

Op grond van artikel 50, derde lid, van de Bvt kan het hoofd van de inrichting het verlof intrekken, indien dit noodzakelijk is met het oog op de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid
van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen of indien de ter beschikking gestelde een bepaalde voorwaarde niet nakomt.
De beroepscommissie heeft geen aanleiding te twijfelen aan de lezing van het hoofd van de inrichting van het incident van 1 februari 2013, inhoudende dat klager grensoverschrijdend gedrag heeft getoond jegens het hoofd behandeling. Uit de stukken en
het
verhandelde ter zitting leidt de beroepscommissie af dat klager weliswaar van goede wil is, doch ook snel van slag kan raken, onder andere blijkend uit het incident met de alcoholcontrole en het roken van een jointje. In het verweerschrift van 12 maart
2013 wijst het hoofd van de inrichting op het onvermogen en gebrek aan vaardigheden bij klager. Het hoofd van de inrichting heeft de intentie verdere stappen te zetten in de resocialisatie zodra de samenwerking met klager voldoende is verbeterd. De
beroepscommissie is op grond van het voorgaande van oordeel dat de beslissing van het hoofd van de inrichting tot opschorting van het transmuraal verlof bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet als onredelijk of onbillijk kan worden
beschouwd. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daarin is bepaald dat klager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming en bepaalt de tegemoetkoming alsnog op € 10,=.
Zij verklaart het beroep voor het overige ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, drs. M.R. Daniel MPM en mr. drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 2 december 2013

secretaris voorzitter

Naar boven