Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3410/GV, 25 november 2013, beroep
Uitspraakdatum:25-11-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/3410/GV

betreft: [klager] datum: 25 november 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. [...], namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 11 oktober 2013 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op 31 oktober 2013 heeft de raadsvrouw het beroep schriftelijk
toegelicht.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager is in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan hij er reeds acht heeft uitgezeten. Klager betwist het feit dat hij zich niet netjes gedragen heeft en dat
hij zich niet aan de gemaakte afspraken heeft gehouden. Zowel het Openbaar Ministerie als de politie hebben positief geadviseerd ten aanzien van klagers verzoek. Ook de medewerkers van Terugdringen Recidive hebben positief geadviseerd en klagers
verlofadres is akkoord bevonden.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Uit het vrijhedenadvies van 4 oktober 2013 volgt dat op basis van klagers gedrag, klagers hoge recidiverisico en het feit dat klager zich niet aan de afspraken heeft gehouden
tijdens een eerder reclasseringstoezicht, door de penitentiaire inrichtingen (p.i.) van de locatie Zwaag te Hoorn negatief is geadviseerd op klagers verzoek. Alvorens klager meer vrijheden zullen worden verleend, zal klager gemotiveerd moeten zijn om
deel te nemen aan de Cova(+)- training en zal zijn gedrag in de inrichting moeten veranderen.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie Zwaag heeft, gelet op klagers negatieve gedrag, klagers aangezegde rapporten, klagers hoge recidiverisico en het feit dat klager zich tijdens een eerder toezicht niet aan de afspraken heeft gehouden, negatief geadviseerd ten
aanzien van de verlofaanvraag.
De advocaat-generaal bij het ressortparket te Amsterdam heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen detentiefasering en verlof.
De politie heeft positief geadviseerd op klagers verlofaanvraag.
Uit het reclasseringsrapport van 31 juli 2013 blijkt dat de reclassering klager in aanmerking vindt komen voor deelname aan een penitentiair programma (p.p.). Wel worden hierbij bijzondere voorwaarden geadviseerd. Uit het reclasseringsrapport blijkt
bovendien dat een eerder toezicht negatief retour is gezonden omdat klager niet op de afspraken verscheen.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 24 maanden met aftrek, wegens het overtreden van de Opiumwet. Klagers einddatum valt op of omstreeks 29 juni 2014. Aansluitend dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van 11 dagen te ondergaan.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal vier verlofaanvragen indienen.

Ondanks dat uit het vrijhedenadvies en het reclasseringsadvies volgt dat sprake is van een hoog recidiverisico en een hoog risico op het onttrekken aan voorwaarden, vindt de reclassering dat klager in aanmerking kan komen voor deelname aan een p.p.
waarbij hij externe vrijheden geniet. Hieruit volgt dat de reclassering vertrouwt op een goed verloop van klagers externe vrijheden. Bovendien is door de politie en het OM positief geadviseerd op klagers verzoek tot algemeen verlof. Klager gedraagt
zich
goed in de inrichting, heeft geen disciplinaire straffen opgelegd gekregen en heeft getekend om deel te nemen aan het programma Terugdringen Recidive. Gelet op het vorenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de
Staatssecretaris, om klagers verzoek tot algemeen verlof af te wijzen, onredelijk en onbillijk is. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing zal worden vernietigd. De Staatssecretaris zal worden opgedragen een nieuwe
beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent
klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U van de Pol, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. R.S.T van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van M.E.H. Nijp, secretaris, op 25 november 2013

secretaris voorzitter

Naar boven