Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3090/GA, 22 november 2013, beroep
Uitspraakdatum:22-11-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/3090/GA

betreft: [klager] datum: 22 november 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van, ingediend door mr. C.J.B. Rijser, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 4 september 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Zuyder Bosch,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voornoemde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman, mr. C.J.B. Rijser, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft
a. de afwijzing van klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof in verband met het ontbreken van een aanvaardbaar verlofadres; alsmede
b. het niet doorsturen van klagers verzoek tot overplaatsing naar een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) naar de selectiefunctionaris.

De beklagrechter heeft beide klachten ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De directeur heeft zich bij zijn beslissingen gebaseerd op het reclasseringsadvies. Dit advies zou vermelden dat klager kan worden beïnvloed tot
impulsief handelen omdat zijn mededaders ook in Zaandam wonen. Dat verhoudt zich niet met het reclasseringsadvies van 19 april 2013 waarin het verlofadres is goedgekeurd en klager is voorgedragen voor plaatsing in een z.b.b.i. Daarnaast wenst klager
geen contact te hebben met zijn mededaders.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep gehandhaafd.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft negatief geadviseerd gelet op de aard en de ernst van het gepleegde delict. Daarnaast acht het OM het risico aanwezig van het plegen van strafbare feiten en maatschappelijke onrust, temeer nu klager zijn delict in
Zaandam heeft begaan. Tevens bestaat het risico op ongewenste slachtofferconfrontatie. Tot slot heeft het OM verwezen naar een reclasseringsadvies.
De politie heeft een negatief advies ten aanzien van het verlofadres uitgebracht aangezien klager een aanzienlijk aantal strafbare feiten heeft gepleegd in de directe omgeving van zijn woning dan wel elders binnen de gemeente Zaanstad. Gezien de aard
en
de ernst van deze misdrijven acht zij het verlofadres van klager onaanvaardbaar.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van zes jaar wegens een woningoverval. De wettelijk vroegst mogelijke einddatum van zijn detentie valt op 9 juli 2014.

Ten aanzien van de klacht als vermeld onder a.
Hetgeen in beroep is aangevoerd ten aanzien van onderdeel a. kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Hierbij acht de beroepscommissie het mede van belang dat, doordat klager zijn
delicten in de omgeving van het voorgenomen verlofadres heeft gepleegd, een confrontatie met slachtoffers van of anderszins betrokkenen bij het door klager gepleegde delict niet kan worden uitgesloten wanneer klager op het gewenste adres zijn verlof
doorbrengt.

Ten aanzien van de klacht als vermeld onder b.
Hetgeen in beroep is aangevoerd ten aanzien van onderdeel b. kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter.

Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem - Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. T. Nauta, secretaris, op 22 november 2013

secretaris voorzitter

Naar boven