Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/2768/GA, 19 november 2013, beroep
Uitspraakdatum:19-11-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Telefoon  v

Uitspraak

nummer: 13/2768/GA

betreft: [klager] datum: 19 november 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 19 augustus 2013 van de beklagcommissie bij de locatie Hoogvliet,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Hoogvliet in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman, mr. B. Kizilocak, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de omstandigheid dat klager niet in de gelegenheid is gesteld op kosten van de inrichting zijn raadsman terug te bellen.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager is preventief gehecht en heeft in verband met zijn strafzaak een terugbelverzoek ontvangen van zijn raadsman. Klager heeft verzocht op
kosten van de inrichting te mogen bellen naar zijn raadsman, omdat hij geen beltegoed meer had. Er was geen mogelijkheid om zijn beltegoed op te waarderen en collect call bellen was toen nog niet mogelijk. Het verzoek van klager is afgewezen. Deze
beslissing is onredelijk en onbillijk. Klager had in de gelegenheid gesteld moeten worden op kosten van de instelling te bellen. Verwezen wordt naar de beslissing met kenmerk 08/1099/GA en 08/1183/GA en naar een passage uit: C. Kelk, Nederlands
detentierecht, Deventer: Gouda Quint 2000, p. 229.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Uitgangspunt is dat een terugbelverzoek van een advocaat binnen een redelijke termijn (in het licht van de aard van het verzoek) moet worden ingewilligd en dat het telefoneren op eigen kosten van de gedetineerde geschiedt, tenzij de gedetineerde niet
in
staat is die kosten te dragen. Vaststaat dat klagers raadsman iets meer dan veertien dagen voor de behandeling van de strafzaak van klager een terugbelverzoek heeft gedaan, dat klager op die dag niet over tegoed op zijn telefoonkaart beschikte en dat
hij in de gelegenheid was door voldoende saldo op zijn rekening courant op de volgende dag een nieuwe telefoonkaart aan te schaffen. Gelet op deze feiten en omstandigheden was de weigering klager op kosten van de inrichting te laten telefoneren niet
onredelijk of onbillijk.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van
M. van Aalst, secretaris, op 19 november 2013

secretaris voorzitter

Naar boven