Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/2244/SGA, 18 juli 2013, schorsing
Uitspraakdatum:18-07-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 13/2244/SGA
Betreft : [klager] datum: 18 juli 2013

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. P.J.A. van de Laar, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende op unit 9 (een afdeling voor beheersproblematische gedetineerden) van de penitentiaire inrichtingen Vught.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 11 juli 2013, inhoudende de oplegging van een aantal
toezichtmaatregelen van 11 juli 2013 tot 8 augustus 2013 in verband met plaatsing van verzoeker op de lijst van gedetineerden met een vlucht- en maatschappelijk risico (GVM-lijst).

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 15 juli 2013 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 16 juli 2013.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval. Uit de beslissing van 11 juli 2013 volgt dat aan verzoeker op 14 juni 2013 een aantal toezichtmaatregelen is opgelegd vanwege zijn plaatsing op de
GVM-lijst met de status “verhoogd”. Verder is daarin vermeld dat de directeur informatie heeft gekregen dat verzoeker voornemens is een schietpen de gevangenis in te smokkelen. Dit wordt bevestigd in het door de directeur overgelegde rapport van het
GRIP van 30 mei 2013. Daarnaast is in de schriftelijke mededeling vermeld dat een vlijmscherp mes in klagers cel is aangetroffen. De directeur acht het om bovengenoemde redenen noodzakelijk de toezichtmaatregelen de komende vier weken voort te zetten.
Gelet op voormelde informatie kan de beslissing van de directeur om aan verzoeker een aantal toezichtmaatregelen op te leggen in de periode van 11 juli 2013 tot 8 augustus 2013, – mede gelet op de omstandigheid dat uit de inlichtingen van de directeur
blijkt dat verzoeker pas begin juni 2013 in de inrichting is geplaatst – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter gerechtvaardigd worden geacht. Het verzoek zal worden afgewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. dr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 18 juli 2013

secretaris voorzitter

Naar boven