Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/2488/GA, 18 november 2013, beroep
Uitspraakdatum:18-11-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/2488/GA

betreft: [klager] datum: 18 november 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.K. Bhadai, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 26 juli 2013 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen Veenhuizen, locatie Esserheem,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 4 november 2013, gehouden in de penitentiaire inrichting Leeuwarden, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. M.K. Bhadai en de plaatsvervangend vestigingsdirecteur [...].

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel ingaande op 2 april 2013 in afwachting van overbrenging van klager naar het justitieel complex Schiphol.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht
Klager had niets gedaan. Ineens stond het arrestatieteam bij zijn cel. Hij kreeg handboeien om en moest zijn mond dichthouden. Klager heeft gevraagd wat hij had gedaan en iemand zei dat klager moest verdwijnen. In Algerije betekent dat dat je wordt
vermoord. Ze hadden wapens. Klager moest meelopen. Hij heeft niet gehoord dat hem gevraagd zou zijn of hij wilde meewerken. Hij heeft niet gezegd dat hij niet mee wilde werken. Het afdelingshoofd heeft dat ook niet gehoord. Klager is wel gezegd dat hij
naar zijn eigen land terug moest, maar dat het goede nieuws was dat Algerije niet meewerkte. Hij had een gebroken hand.
Klager werkte mee, was coöperatief. Het was niet nodig om hem de ordemaatregel op te leggen. Hij verblijft al 27 jaar in Nederland. Hij heeft een Nederlandse vrouw en drie kinderen.

De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Verzocht wordt om klager alsnog niet-ontvankelijk te verklaren in het beklag, nu het beklag alleen pro forma is ingediend en niet van gronden is voorzien.
De ordemaatregel is terecht opgelegd. Klager is door een medewerker van de Dienst Terugkeer en Vertrek gehoord. Klager heeft gezegd dat hij alles zou doen om uitzetting te voorkomen. Begrepen is dat klager bedoelde dat hij zich ook fysiek zou
verzetten.
Er is geen risico genomen en klager is opgehaald door het intern bijstandsteam (IBT). Het IBT heeft geen wapens, heeft alleen pepperspray. Het verslag is niet aangezegd. De directeur was niet aanwezig. De plaatsvervangend directeur was niet in de
gelegenheid om bij klager langs te gaan. De volgende dag is klager naar Schiphol overgebracht.

3. De beoordeling
Door de directeur is ter zitting van de beroepscommissie aangevoerd dat klager niet-ontvankelijk zou zijn in het beklag, omdat het beklag alleen pro forma is ingediend en niet van gronden zou zijn voorzien.
De beroepscommissie stelt vast dat de directeur in de beklagprocedure niet eerder dit verweer heeft gevoerd en dat, nu het beklag ter zitting van de beklagcommissie alsnog van gronden is voorzien, dit verweer geen doel kan treffen.

Uit de stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat het verslag klager niet is aangezegd en dat klager niet door de directeur is gehoord alvorens klager de ordemaatregel is opgelegd. De beroepscommissie zal, gelet op het bepaalde in artikel 50,
eerste lid, Pbw en artikel 57, eerste lid, Pbw, het beroep op formele gronden gegrond verklaren en het beklag in zoverre gegrond verklaren. Zij zal klager ter zake een tegemoetkoming toekennen van
€ 5,=.

Inhoudelijk kan hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. De beroepscommissie zal voor het overige het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre bevestigen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep op formele gronden gegrond en verklaart in zoverre het beklag gegrond. Zij kent klager ter zake een tegemoetkoming toe van
€ 5,=. Zij verklaart het beroep voor het overige ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. R.S.T. Rossem-Broos en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 18 november 2013

secretaris voorzitter

Naar boven