Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/2678/GA, 13/2823/GA t/m 13/2850/GA, 6 november 2013, beroep
Uitspraakdatum:06-11-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/2678/GA, 13/2823/GA t/m 13/2850/GA

betreft: [...] en achtentwintig medegedetineerden (zie bijlage) datum: 6 november 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. Rotgans, namens

[...] en achtentwintig medegedetineerden, verder te noemen klagers,

gericht tegen de uitspraken van 7 augustus 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Sittard

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Sittard in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klagers alsmede hun raadsvrouw, mr. M. Rotgans, om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Bij brief van 15 oktober 2013 is, namens de beroepscommissie, de directeur van de locatie Sittard verzocht om nadere schriftelijke inlichtingen te verstrekken over de (onder andere) de gedetineerden aangeboden extra luchtmomenten. Bij brief van 17
oktober 2013 heeft de directeur aan de beroepscommissie nadere informatie verstrekt. De brief van de directeur is, ter kennisneming, doorgezonden naar klagers en hun raadsvrouw.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het niet (voldoende) nemen van maatregelen door de directeur tegen de hoge temperaturen in de inrichting.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.

2. De standpunten van klagers en de directeur
Namens klagers is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Uit de bijgevoegde verklaringen van klagers blijkt dat er sprake was van extreme hitte in de cellen en op de leefafdeling. Er is een luchtvochtigheid
gemeten van 1050 bar en in sommige cellen een temperatuur van 36 graden Celsius. De directeur is, zo blijkt onder meer uit de uitspraak met kenmerken 13/871/GA en 13/875/GA, verantwoordelijk voor het leefklimaat in de inrichting. Op het aanbieden van
één of twee waterijsjes na, heeft de directeur geen maatregelen genomen om een einde te maken aan de ondragelijke situatie. Er zijn, in tegenstelling tot hetgeen de directeur beweert, geen extra luchtmomenten aan klagers aangeboden. De directeur heeft
niet voldaan aan zijn zorgplicht. Dergelijke hoge temperaturen kunnen tot fysieke klachten leiden.

De directeur heeft, bij verweerschrift van 26 september 2013, als volgt op het beroep van klagers gereageerd. Klagers dienen alsnog niet-ontvankelijk te worden verklaard in hun beklag, aangezien deze geen betrekking heeft op een individuele, jegens hen
genomen, beslissing van de directeur. De directeur kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor weersomstandigheden die de tempratuur binnen de inrichting beïnvloeden. Indien de beroepscommissie van oordeel is dat klagers wel ontvankelijk zijn in hun
beklag, dan verzoekt de directeur de beroepscommissie het beklag en beroep ongegrond te verklaren. De directeur heeft maatregelen genomen tegen de hitte in de inrichting, in de vorm van het aanbieden van ijsjes en extra luchtmomenten. De ramen mogen,
op
last van de brandweer, niet meer worden geopend in verband met de brandveiligheid.

Bij brief van 17 oktober 2013 heeft de directeur op een daartoe strekkend verzoek van de beroepscommissie de volgende aanvullende informatie verstrekt. De gedetineerden van de gevangenisafdeling (afdeling C) hebben, in tegenstelling tot eerdere
berichtgeving, niet extra gelucht. De intentie was er wel, maar door het drukke dagprogramma is het niet gelukt die gedetineerden extra luchtmomenten aan te bieden. Aan de gedetineerden die verblijven in het huis van bewaring (afdeling B) is twee keer
een extra luchtmoment, van één uur, aangeboden. De directeur zag verder geen mogelijkheden om klagers tegemoet te komen.

3. De beoordeling
De directeur heeft in beroep aangevoerd dat klagers alsnog niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in hun beklag, omdat deze niet is gericht tegen een hen betreffende door of namens de directeur genomen beslissing.
De beroepscommissie is van oordeel dat het beklag zich richt tegen het verzuim of de weigering van de directeur te beslissen (voldoende) maatregelen te nemen tegen de hoge temperaturen in de inrichting. Tegen een verzuim of weigering van de directeur
te
beslissen, kan op grond van artikel 60, tweede lid, van de Pbw in samenhang bezien met artikel 60, eerste lid, van de Pbw beklag worden ingesteld. Klagers zijn derhalve ontvankelijk in hun beklag.

Uit de nadere inlichtingen van de directeur van 17 oktober 2013 blijkt dat aan de gedetineerden die verbleven op de gevangenisafdeling (afdeling C) geen extra luchtmomenten zijn toegekend. De klaagschriften vermelden dat klagers ten tijde van het
instellen van het beklag verbleven op de C-afdeling. Vast staat thans dat aan klagers geen extra luchtmomenten zijn aangeboden en aangezien, naar de beroepscommissie begrijpt, de directeur extra luchtmomenten wel noodzakelijk achtte, zal het beklag
alsnog gegrond worden verklaard nu het verzuim of de weigering bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet redelijk en billijk moet worden geacht.
Nu klagers tengevolge van het verzuim ongemak hebben ondervonden en de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan gemaakt kunnen worden, ziet de beroepscommissie aanleiding klagers een tegemoetkoming toe te kennen. Zij bepaalt dat
aan
elk van de klagers een tegemoetkoming van € 20,= toekomt. Daarbij is ook in aanmerking genomen dat door de onzorgvuldige inlichtingen van de directeur de gedetineerden langer dan noodzakelijk in onzekerheid hebben verkeerd over de uitkomst van de
procedure.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart de beroepen gegrond, vernietigt de uitspraken van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan elk van de klagers een tegemoetkoming van € 20,= toekomt.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van
M. van Aalst, secretaris, op 6 november 2013

secretaris voorzitter

Bijlage

Klagers Nummers

[...]

Naar boven