nummer: 13/2606/GA
betreft: [klager] datum: 15 november 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 5 augustus 2013 van de beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Zoetermeer in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het vervallen van het wekelijks bibliotheekmoment vanwege een personeelsbijeenkomst in verband met het ‘Masterplan Detentiecapaciteit’.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Er is geen compensatie aangeboden voor het vervallen bibliotheekmoment. In de Pbw staat niet vermeld dat zaken zoals een personeelsbijeenkomst boven de
rechten van gedetineerden gaan. De bijeenkomst had kunnen plaatsvinden op een moment dat alle gedetineerde zich op cel bevonden.
De directeur heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Klager is het wekelijkse bibliotheekmoment onthouden. Hiermee is een regulier, gepland en in artikel 48 Pbw voorgeschreven programmaonderdeel komen te vervallen zonder dat klager ter zake is gecompenseerd. De beroepscommissie is daarom van oordeel dat
het beroep gegrond dient te worden verklaard. Zij zal de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een
tegemoetkoming toe. De beroepscommissie zal de tegemoetkoming vaststellen op € 10,=.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van
M. van Aalst, secretaris, op 15 november 2013
secretaris voorzitter