Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3417/GV, 14 november 2013, beroep
Uitspraakdatum:14-11-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/3417/GV

betreft: [klager] datum: 14 november 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van, ingediend door mr. M. de Reus, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 7 oktober 2013 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman, mr. M. de Reus, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De bestreden beslissing is niet in overeenstemming met het drugsontmoedigingsbeleid genomen. Allereerst is in dit beleid geen regelgeving opgenomen voor alcoholgebruik tijdens het penitentiair
programma.
In de bestreden beslissing is vermeld dat alcoholgebruik wordt bestraft op dezelfde wijze als harddrugsgebruik, in het drugsontmoedigingsbeleid is dit echter gelijkgesteld met het gebruik van softdrugs. Ook is in voornoemd beleid nergens vermeld dat
iemand na het gebruik van alcohol voor een periode van zes maanden niet in aanmerking komt voor vrijheden. De gemeten promillages zijn dusdanig laag dat het terugplaatsen van klager al voldoende bestraffing is. Gelet op het positieve verloop van het
penitentiaire programma, de naderende einddatum van klagers detentie en de beëindiging van het penitentiaire programma, maakt dat dat de bestreden beslissing onredelijk en onbillijk is.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is weggeplaatst bij de Stichting Exodus nadat hij tweemaal positief heeft getest op alcoholgebruik. Op basis hiervan heeft de Stichting Exodus verzocht om klager weg te
plaatsen en het penitentiaire programma te beëindigen. Stichting Exodus had geen vertrouwen meer in een goed verloop van het verdere programma. Klager heeft met zijn handelen aangetoond zich niet te kunnen houden aan de gemaakte afspraken.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie Hoogvliet heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag, omdat klager tijdens het penitentiair programma tweemaal positief is getest op alcoholgebruik.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van vier jaar en zes maanden met aftrek, wegens diefstal met geweld en overtreding van het bepaalde in de Wet Wapens en Munitie. De wettelijk vroegst mogelijke einddatum van zijn detentie valt op 31 januari 2014.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste aanvraag om algemeen verlof sinds zijn terugplaatsing naar een gesloten inrichting.

Klager heeft tijdens zijn penitentiaire programma tweemaal alcohol genuttigd. Om die reden is zijn penitentiaire programma beëindigd en op 8 augustus 2013 is hij teruggeplaatst naar een gesloten inrichting.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat klager op 29 juli 2013 een positieve urinecontrole heeft gehad waaruit een alcoholpromillage van 0.00 promille en een EtG/Kreatininewaarde van 376 bleek. Op 2 augustus 2013 heeft klager wederom een alcoholcontrole
ondergaan. Uit de blaastest kwam een score van 0.08 promille en uit het nader onderzoek middels een urinetest bleek een score van 0.00 promille met een EtG/Kreatininewaarde van 1750.

Op basis van het drugsontmoedigingsbeleid wordt alcoholgebruik gesanctioneerd conform het gebruik van softdrugs. Dit echter alleen voor zover er een promillage van 0.5 of meer is geconstateerd. Een waarde onder 0.5 promille wordt volgens het
drugsontmoedigingsbeleid niet gesanctioneerd. De beroepscommissie is dan ook van oordeel dat de twee positieve alcoholcontroles van klager een afwijzing van zijn verlofaanvraag, niet rechtvaardigen.

Voorts merkt de beroepscommissie op dat de beslissing om aan klager geen vrijheden meer toe te kennen voor de duur van zes maanden onredelijk en onbillijk is. Ook is de beslissing op dit punt onvoldoende gemotiveerd. Er wordt ter onderbouwing verwezen
naar de nota drugsontmoedigingsbeleid, echter hierin staat een dergelijke bepaling niet opgenomen.

Tot slot merkt de beroepscommissie op dat uit de stukken is gebleken dat de Stichting Exodus, anders dan de Staatssecretaris stelt, nimmer heeft verzocht om beëindiging van het penitentiair programma van klager. De Stichting Exodus heeft geadviseerd
haar waarschuwing aan klager over te nemen en aan klager een officiële waarschuwing te geven. In haar advies aan de PIA Noordsingel van 9 augustus 2013 adviseert zij expliciet het penitentiaire programma van klager zo spoedig mogelijk te herstarten
gelet op het positieve verloop van het penitentiaire programma tot de beëindiging op 8 augustus 2013 daarvan.

De afwijzing door de Staatssecretaris van klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting moet gelet op het bovenstaande als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal gegrond worden verklaard en de beslissing van de
Staatssecretaris van 7 oktober 2013 zal worden vernietigd. De beroepscommissie draagt de Staatssecretaris op binnen twee weken na ontvangst van deze uitspraak een nieuwe beslissing te nemen op het verzoek van klager.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem - Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. T. Nauta, secretaris, op 14 november 2013

secretaris voorzitter

Naar boven