Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/2485/TA, 6 november 2013, beroep
Uitspraakdatum:06-11-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/2485/TA

betreft: [klager] datum: 6 november 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 25 juli 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij het FPC Oldenkotte te Rekken, verder te noemen de inrichting, inhoudende:
a. een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in de eigen verblijfsruimte ingaande op 23 juni 2013, 16.00 uur, en eindigend op 25 juni 2013, 15.00 uur en
b. de weigering om klager tijdens de afzondering eten en drinken te verstrekken.

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in onderdeel a van het beklag en het beklag op onderdeel b ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op 6 november 2013 is door een medewerker van de afdeling, waar klager verblijft, meegedeeld dat klager in zijn verblijfsruimte over een kraan beschikt.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Met betrekking tot a:
Uit artikel 57, derde en vierde lid, van de Bvt volgt dat tegen oplegging van de ordemaatregel van afzondering beklag openstaat nadat de afzondering twee dagen heeft geduurd, waarbij de dag waarop de beslissing is genomen buiten beschouwing blijft.
Klager is op 23 juni 2013 om 16.00 uur in afzondering geplaatst en deze afzondering is op 25 juni 2013 om 15.00 uur beëindigd. Gelet op het bepaalde van artikel 57, vierde lid, Bvt telt voor wat betreft de ontvankelijkheid van het beklag 23 juni 2013
niet mee. Nu de afzondering voortduurde van 24 juni 2013, 00.00 uur, tot 25 juni 2013, 15.00 uur, wordt niet voldaan aan de eis als vermeld in artikel 57, derde lid, Bvt.

Met betrekking tot b:
Volgens artikel 2, tweede lid, van de Regeling rechten tijdens afzondering en separatie ontvangt de verpleegde tijdens afzondering regelmatig eten en drinken.
Uit de toelichting op dit artikel volgt dat het daarbij gaat om drie maaltijden per dag. Klager kan voor wat betreft de beweerde schending van het aan deze regeling te ontlenen recht op regelmatig eten en drinken dag tijdens afzondering worden
ontvangen
in het licht van het bepaalde in artikel 56, eerste lid, sub e, Bvt. Klager kan derhalve in het beklag worden ontvangen, maar op andere grond dan de beklagrechter heeft overwogen.
Uit de inlichtingen van het hoofd van de inrichting volgt dat klager maaltijden zijn aangeboden, maar dat hij deze heeft geweigerd. De beroepscommissie acht gelet op het feit dat klager afgezonderd was in de eigen verblijfsruimte, waar hij over een
kraan beschikt, niet aannemelijk geworden dat klager niet regelmatig heeft kunnen drinken.

Gelet op het bovenstaande kan hetgeen in beroep is aangevoerd naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Zij zal derhalve het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de
beklagrechter bevestigen met wijziging en aanvulling van de gronden.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met wijziging en aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 6 november 2013

secretaris voorzitter

Naar boven