Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/2663/GM, 5 november 2013, beroep
Uitspraakdatum:05-11-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/2663/GM

betreft: [klager] datum: 5 november 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 13 augustus 2013 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

De beroepscommissie hield zitting op 15 oktober 2013 in de p.i. Amsterdam Over-Amstel te Amsterdam.
Hoewel klager, die zich inmiddels sinds 9 oktober 2013 in vrijheid bevindt, op 25 september 2013 op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.
De inrichtingsarts verbonden aan de p.i. Ter Apel is niet ter zitting verschenen. Wel heeft hij bij schrijven van 9 augustus 2013, de beroepscommissie neemt aan dat dit 9 september 2013 moet zijn, zijn standpunt schriftelijk toegelicht.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 5 juli 2013, betreft het feit dat de arts klager een harde klap tegen zijn oor heeft gegeven.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft in zijn beroepschrift het volgende aangevoerd.
De arts gaf klager een harde klap tegen het oor. De arts heeft geen excuus aangeboden. Klager had gehoorbeschadiging kunnen oplopen.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen.
De arts werd met spoed bij klager op de cel geroepen. Er was geen land met klager te bezeilen en er was nauwelijks contact met hem te krijgen. Er leek geen reden aan een somatisch lijden te denken. De arts gaf klager een beheerste klap. Met direct
positief resultaat. Klager was weer bij de les. Aansluitend was er een prettig contact. De arts heeft het voorval gemeld bij de medische dienst en het pmo.

3. De beoordeling
De beroepscommissie leidt uit de stukken af dat klager in een zodanige situatie verkeerde dat de arts geen contact met hem kon krijgen. Niet is gebleken dat er van een levensbedreigende situatie sprake was. Onder die omstandigheden had de arts klager
niet in het gezicht mogen en hoeven te slaan.
De beroepscommissie is, het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien, van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts moet worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve gegrond worden
verklaard. Klager zal de nader te noemen tegemoetkoming worden toegekend.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond.
Zij bepaalt de aan klager ten laste van de p.i. Ter Apel toekomende tegemoetkoming op
€ 25,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. S.B. de Pauw Gerlings - Döhrn, voorzitter, L.E.M. Kleipool en
J.H.A.M.C. Schoenmaeckers, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris,
op 5 november 2013.

secretaris voorzitter

Naar boven