Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/2269/GA, 29 oktober 2013, beroep
Uitspraakdatum:29-10-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Vermissing  v

Uitspraak

nummer: 13/2269/GA

betreft: [klager] datum: 29 oktober 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 5 juli 2013 van de beklagcommissie bij de locatie Norgerhaven te Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 7 oktober 2013, gehouden in de locatie Norgerhaven, zijn [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de penitentiaire inrichtingen Veenhuizen en [...], juridisch adviseur bij voormelde inrichting, gehoord.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruikgemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de vermissing van een ventilator bij gelegenheid van klagers overplaatsing naar een andere inrichting.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klagers broek en schoenen, waarover ook werd geklaagd, lagen bij nadere inspectie op de afzonderingsafdeling en zijn nagezonden naar klager. Het ontruimingsverslag is niet ondertekend door de personeelsleden die deze ontruiming hebben verzorgd. In de
inrichting is nog gezocht naar de betreffende ventilator, die is niet gevonden.

3. De beoordeling
Ten aanzien van de vermissing van de ventilator geldt dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat klager een dergelijk voorwerp in zijn verblijfsruimte had ten tijde van de ontruiming voor overplaatsing. Er is een ontruimingsverslag, opgemaakt door
twee
inrichtingsmedewerkers, waaruit naar voren komt dat dat voorwerp niet in de cel is aangetroffen. Klagers enkele mededeling dat dit wel het geval moet zijn geweest, kan niet leiden tot een ander oordeel.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan daarom – voor zover een en ander is komen vast te staan – niet leiden tot een ander oordeel dan dat van de beklagcommissie. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

De beroepscommissie merkt nog op dat uit het ontruimingsverslag van 21 augustus 2013 aannemelijk wordt dat dit verslag door twee inrichtingsmedewerkers is opgemaakt maar dat het, mede ter wille van de duidelijkheid in gevallen als het onderhavige, de
voorkeur verdient dat de betreffende medewerkers buiten hun naam ook hun functie vermelden en het formulier voorzien van een handtekening.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, drs. R.K. Boelens en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 29 oktober 2013

secretaris voorzitter

Naar boven