nummer: 13/1769/TB
betreft: [klager] datum: 28 oktober 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R. Polderman, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een beslissing van 31 mei 2013 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Ter zitting van de beroepscommissie van 30 september 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. R. Polderman, en namens de Staatssecretaris, [...], werkzaam bij de Dienst Justitiële
Inrichtingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft het verzoek van klager tot overplaatsing naar een andere tbs-kliniek, met een voorkeur voor FPC De Pompestichting, afgewezen.
2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Hij is op 5 januari 2011 geplaatst in FPC Veldzicht (Veldzicht).
Bij brieven van 15 maart en 19 april 2013 heeft klagers raadsman verzocht om overplaatsing naar een andere tbs-kliniek.
De Staatssecretaris heeft dit verzoek bij brief van 31 mei 2013 afgewezen.
3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft geen vertrouwen in de behandelaars en er is sprake van een behandelimpasse. In deze situatie zal ook op de lange termijn geen verandering komen en derhalve is er geen andere mogelijkheid dan overplaatsting. Hierbij speelt tevens de
omstandigheid dat Veldzicht op termijn zal worden gesloten en dat klager sowieso moet worden overgeplaatst. Twee jaar is te kort om een behandeling van de grond te krijgen.
Klager wil weg uit Veldzicht want hij is verliefd op een sociotherapeute. Klager zat eerst op afdeling Noord 3 en hij is overgeplaatst naar afdeling Zuid 4. Klager heeft zich helemaal afgesloten en hij doet nu niets meer in Veldzicht. Klager wil graag
opnieuw beginnen. Klager heeft van andere verpleegden goede verhalen gehoord over De Pompestichting en hij wil daar het liefst geplaatst worden.
Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht.
Veldzicht heeft aangevoerd dat klagers verzoek voortvloeit uit zijn problematiek. Inwilligen van klagers verzoek zou volgens Veldzicht contraproductief zijn en de kliniek zet in op het doorbreken van de strijd en het opbouwen van een vertrouwensband.
Veldzicht ziet nog voldoende aanknopingspunten voor behandeling
van klager en van een behandelimpasse is geen sprake. Veldzicht is nog ruim twee jaar open en er is voldoende tijd voor behandeling.
4. De beoordeling
Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.
In het verlengingsadvies van 22 oktober 2012 wordt naar voren gebracht dat bij klager sprake is van een forse problematiek, zowel qua verstandelijke en sociaal-emotionele beperkingen als qua persoonlijkheidsproblematiek, wat maakt dat de behandeling
zich nog in het beginstadium bevindt. Klager heeft de neiging op frustraties te reageren met verzet en hij richt dit verzet thans volledig op het realiseren van een overplaatsing. De behandelaars zijn van mening dat alleen met een langdurige
behandeling, in eerste instantie gericht op het opbouwen van contact, verdere behandeling gerealiseerd kan worden die als doel heeft het recidivegevaar te verminderen.
De beslissing tot afwijzing van het verzoek van klager tot overplaatsing kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, drs. W.A.Th. Bos en mr. R.P.G.L.M. Verbunt, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 28 oktober 2013
secretaris voorzitter