Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/2987/GV, 8 oktober 2013, beroep
Uitspraakdatum:08-10-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/2987/GV

betreft: [klager] datum: 8 oktober 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van 7 september 2013,

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 september 2013 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader algemeen verlof afgewezen.

De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De bestreden beslissing is ongemotiveerd en voldoet niet aan de gestelde eisen. De beslissing is niet afgestemd op de concrete situatie. Klager wordt binnen niet al te lange termijn definitief in vrijheid
gesteld en heeft zich gedragen als een modelgevangene. Hij heeft met goed gevolg deelgenomen aan een cursus lassen en aan een training. Hij heeft bij herhaling negatieve urinecontroles en nimmer negatieve rapporten. De vermeende onrust voor de
maatschappij is niet gemotiveerd. Klager beschikt over een goedgekeurd verlofadres. De beslissing is niet voorzien van de relevante negatieve adviezen.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is sinds 1996 frequent in aanraking gekomen met justitie, waarbij de ernst van het delict telkens toenam. Vanaf 2003 is klager veelvuldig en regelmatig gedetineerd
geweest. Uit onderzoek van de reclassering blijkt dat klager problemen heeft met impulscontrole/verlies van zelfbeheersing. Uit het Risc-onderzoek blijkt dat het recidiverisico hoog is. Er is sprake van weigering van een behandeling bij De Waag en niet
terugkeren van weekendverlof. Risico op letselschade bij willekeurige personen is aanwezig. Een behandeling gericht op controle zelfbeheersing, impulsen, agressie en emoties is noodzakelijk.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad heeft aangegeven dat het risico van maatschappelijke onrust en confrontatie met slachtoffers en/of andere betrokkenen laag is. Klager gedrag in de p.i. is positief. Hij werkt hard aan zijn
houding en gedrag om herhaling te voorkomen, heeft de leefstijltraining met goed gevolg afgerond en doet mee aan ‘vrij en verantwoord ouderschap’. Zijn thuissituatie is goed en hij wil zijn verlof gebruiken om zijn zieke moeder bij te staan. Het
verlofadres is niet in de buurt van het delict. De directeur heeft derhalve positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
Het Openbaar Ministerie (OM, abusievelijk met gerechtshof aangeduid in het advies vrijheden) heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag op grond van ongewenste confrontatie met slachtoffers of anderszins betrokkenen en van het gevaar
voor ernstige verstoring van de openbare orde of het plegen van strafbare feiten.
De politie heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De reclassering heeft in een rapportage van 3 oktober 2012 advies uitgebracht ten behoeve van de terechtzitting d.d. 18 oktober 2012.

2. De beoordeling
Klager heeft aangevoerd dat ten aanzien van zijn verlofaanvraag uitgebrachte adviezen niet aan hem zijn verstrekt. Nu deze stukken aan klager in het kader van de beroepsprocedure zijn verstrekt, kan aan dit verweer voorbij worden gegaan.

De beroepscommissie overweegt dat de afwijzing van klagers verlofaanvraag vooral rust op het negatieve advies van het OM. Dit advies is summier en lijkt met name gebaseerd op de inhoud van de reclasseringsrapportage van 3 oktober 2012 dat is
uitgebracht
in verband met de behandeling van klagers strafzaak. Volgens het OM zou er sprake zijn van slachtofferconfrontatie en gevaar voor ernstige verstoring van de openbare orde of het plegen van strafbare feiten. Nu het advies van directeur van de p.i.
Lelystad haaks staat op het advies van het OM en juist aangeeft dat het risico van maatschappelijke onrust en slachtofferconfrontatie laag is, het verlofadres niet in de buurt is van het delict en dat klagers gedrag in de p.i. zeer positief is, is de
beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de Staatssecretaris niet op goede gronden rust. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard en aan de Staatssecretaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van
hetgeen hiervoor is overwogen. De beroepscommissie ziet geen reden om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.M. Boone en, mr. R.S.T. van Rossem-Broos leden, in tegenwoordigheid van M. van Aalst, secretaris, op 8 oktober 2013

secretaris voorzitter

Naar boven