Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1686/GB herziene uitspraak, 8 oktober 2013, beroep
Uitspraakdatum:08-10-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/1686/GB herziene uitspraak

Betreft: [klager] datum: 8 oktober 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 21 mei 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op 16 juli 2013 heeft de beroepscommissie het beroep van klager ongegrond verklaard. Klager heeft hierop per brief van 5 augustus 2013 gereageerd en aangevoerd dat, bij het nemen van de beslissing, door de directeur van de gevangenis van de locatie
Zuyder Bos te Heerhugowaard en de selectiefunctionaris verkeerde informatie is gebruikt. Klager voegde daar een brief bij van de directeur van de gevangenis van de locatie Zuyder Bos van 29 juli 2013 waaruit blijkt dat er door de medewerkers van het
programma Terugdringen Recidive (TR), door de reclassering en door de directeur zelf gebruik is gemaakt van, door politie en OM aangeleverde, verkeerde informatie. Op 14 augustus 2013 heeft de selectiefunctionaris de beslissing van 21 mei 2013 herzien
waarna klager alsnog, met voorrang, op 23 augustus 2013 is overgeplaatst naar de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) van de locatie Westlinge te Heerhugowaard.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een z.b.b.i. op 21 mei 2013 afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 17 december 2012 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos. Op 23 augustus 2013 is klager overgeplaatst naar de z.b.b.i. van de locatie Westlinge.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De selectiefunctionaris baseert zich op verkeerde informatie. De bank heeft namelijk geen beslag op klagers huis laten leggen. Tevens heeft klager zich tijdens de schorsing van zijn zaak niet schuil
gehouden in Groot-Brittannië, hij was daar maar een week. Klager heeft bewijs dat hij al die tijd in zijn huis heeft gewoond. Wat betreft de ontnemingvordering heeft klager een regeling getroffen, dit blijkt uit de toegevoegde stukken.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Er loopt nog een ontnemingvordering bij de deurwaarder. Als er geen acceptabele betalingsregeling wordt getroffen, wordt de vordering teruggezonden naar het
Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) en zal er lijfsdwang worden gevorderd. Hierdoor zou de einddatum detentie kunnen verschuiven. Klagers recidiverisico is moeilijk in te schatten vanwege zijn ontkenning van het delict. Het risico op onttrekking
aan de voorwaarden wordt hoog ingeschat door de reclassering, gezien het feit dat klager zich al eerder heeft onttrokken aan detentie door in Groot-Brittannië te verblijven. Vanwege deze onttrekking adviseert het Openbaar Ministerie (OM) negatief ten
aanzien van klagers overplaatsing naar een z.b.b.i. Door klagers buren is bevestigd dat hij voor een langere periode niet in zijn huis is gezien. Bij onttrekking aan detentie kan maatschappelijke onrust ontstaan. De directeur van de gevangenis van de
locatie Zuyder Bos adviseert ook negatief, dit is gebaseerd op het advies van het OM. In het selectieadvies van de gevangenis van de locatie Zuyder Bos wordt vermeld dat de beweringen omtrent de betalingen en regelingen van klager zijn nagetrokken bij
de desbetreffende instanties en dat de beweringen niet bleken te kloppen. De selectiefunctionaris heeft op basis van nieuwe informatie op 14 augustus 2013 besloten klager alsnog te selecteren voor een z.b.b.i.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 2 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden, komen voor plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een te verwaarlozen vlucht- of maatschappelijk risico
vormen, aan wie een vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is opgelegd, ten minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan, geen veroordelingen tot betaling van een geldboete of geldbedrag van meer dan € 226,= hebben openstaan, een
strafrestant hebben van ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 2000,176) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een belangrijke rol speelt. Indicator
bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de preventieve hechtenis, incidenteel verlof,
strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en achtergrond van het gepleegde delict en de
persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Zowel de directeur van de gevangenis van de locatie
Zuyder Bos als de selectiefunctionaris zijn uitgegaan van verkeerde informatie en hebben hierdoor een onjuiste beslissing genomen. De selectiefunctionaris heeft klager op 14 augustus 2013 alsnog geselecteerd voor de z.b.b.i. van de locatie Westlinge,
waar klager op 23 augustus 2013 naar toe is overgeplaatst. Het beroep zal gegrond worden verklaard. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. Klager heeft van 21 mei 2013 tot 23 augustus 2013 ten onrechte niet in een z.b.b.i. kunnen
verblijven. De beroepscommissie acht in verband hiermee een tegemoetkoming van € 225,= op zijn plaats.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij kent klager een tegemoetkoming van € 225,= toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van M.E.H. Nijp, secretaris, op 8 oktober 2013

secretaris voorzitter

Naar boven