Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/2562/GV, 7 oktober 2013, beroep
Uitspraakdatum:07-10-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/2562/GV

betreft: [klager] datum: 7 oktober 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 6 augustus 2013 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman, mr. M. de Reus, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Door klager is het beroep als volgt toegelicht. Dat de zaak van klager in een televisiedocumentaire aan de orde is geweest kan niet aan klager worden tegengeworpen nu hij daaraan medewerking heeft verleend noch toestemming voor heeft gegeven. Dat er
maatschappelijke onrust zou ontstaan is niet onderbouwd. Daarnaast heeft klager met goed gevolg de cognitieve vaardigheidstraining (verder: COVA-training) en de leefstijltraining afgerond. Klager vertoont goed gedrag in de inrichting sinds eind maart
2013 en functioneert binnen de inrichting als reiniger, een zogenaamde vertrouwensbaan. Klager is bereid zich te houden aan eventuele te stellen voorwaarden aan zijn verlof.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Het verzoek is afgewezen gelet op de aard van het delict in combinatie met het feit dat de strafbare feiten hebben plaatsgevonden gedurende een aan klager opgelegde proeftijd.
Op 25 april 2013 is voor de derde maal een urinecontrole van klager positief getest. Klager dient langere tijd te functioneren zonder positieve urinecontrole. Door de media-aandacht voor deze zaak bestaat er een hoger risico tijdens de verlofverlening
met het oog op de slachtoffers van klagers delict.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de penitentiaire inrichting Krimpen aan den IJssel heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag van klager. Omdat klager pas recentelijk goed gedrag vertoont adviseert hij verlof toe te staan voor de duur van één dag.
Het Openbaar Ministerie (verder: OM) heeft negatief geadviseerd inzake klagers verzoek om verlof gelet op de positieve urinecontrole van 25 april 2013, het heeft hierbij belang gehecht aan de omstandigheid dat dit feit haar ten tijde van het (eveneens
negatieve) advies van 3 mei 2013, niet bekend was.
De politie heeft positief geadviseerd.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 36 maanden met aftrek, wegens mensenhandel. De verwachte einddatum valt op 4 april 2014.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers tweede verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

De Staatssecretaris heeft zijn beslissing met name gebaseerd op de aandacht die klagers zaak heeft gekregen in een televisiedocumentaire. Hieruit heeft de Staatssecretaris geconcludeerd dat het door klager gepleegde delict een zeer hoog mediagehalte
heeft en dat daarmee gegeven is dat het risico op maatschappelijke onrust groot is. De beroepscommissie stelt vast dat klager heeft verklaard dat er in bedoelde documentaire aandacht is besteed aan zijn zaak. Niet is gebleken dat de Staatssecretaris
zelf onderzoek naar genoemde uitzending heeft gedaan om aldus te kunnen beoordelen hoe groot de rol van klagers zaak in deze documentaire is geweest en hoe groot de impact van deze uitzending is geweest. De waardering van de Staatssecretaris dat, gelet
op de documentaire, het door klager gepleegde delict een zeer hoog mediagehalte heeft en dat derhalve het risico op maatschappelijke onrust groot is, is mitsdien onvoldoende gemotiveerd.

In beginsel kan de Staatssecretaris gevolgd worden in zijn oordeel dat een gedetineerde gedurende een zekere periode een positieve houding in de inrichting dient te hebben. Klager vervult echter al enige tijd een vertrouwensbaan, te weten die van
reiniger, in de inrichting. Tevens heeft hij met goed gevolg de COVA-training en leefstijltrainig afgerond. Gelet op deze omstandigheden, het feit dat klager sinds zijn positieve urinecontrole op 24 april 2013 viermaal negatief heeft getest en klagers
houding op de afdeling naar behoren is, is de beroepscommissie van oordeel dat klagers verlofaanvraag niet op basis van zijn gedrag kan worden afgewezen.

De aard en de ernst van het gepleegde delict zijn geen zelfstandige afwijzingsgrond. Nu voorts niet is gebleken dat klager het onderhavig delict heeft gepleegd gedurende een proeftijd die hem was opgelegd voor eenzelfde soort delict, kan ook dit niet
als afwijzingsgrond gelden.

Gelet op het bovenstaande moet worden geoordeeld dat de bestreden beslissing bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, als onredelijk en onbillijk moet worden aangemerkt. Zij zal derhalve het beroep gegrond verklaren en de beslissing van de
Staatssecretaris vernietigen en opdragen om binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak een nieuwe beslissing te nemen. Zij acht geen termen aanwezig voor toekenning van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak.
Zij bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming toekomt.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. Mr. G.L.M. Urbanus , leden, in tegenwoordigheid van mr. T. Nauta, secretaris, op 7 oktober 2013

secretaris voorzitter

Naar boven