Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1956/GA, 3 oktober 2013, beroep
Uitspraakdatum:03-10-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Bezoek  v

Uitspraak

nummer: 13/1956/GA

betreft: [klager] datum: 3 oktober 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel,

gericht tegen een uitspraak van 18 juni 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager, voor zover daartegen beroep is ingesteld

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 16 augustus 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, is de juridisch medewerker van de p.i. Krimpen aan den IJssel, [...], gehoord. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg
gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de beslissing van de directeur tot afwijzing van klagers verzoek om zijn familiebezoek te laten plaatsvinden in de familiekamer.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
Namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Familiebezoek is een speciaal bezoekmoment dat is bedoeld voor het bespreken van zaken die niet tijdens een regulier bezoekmoment kunnen worden
besproken, bijvoorbeeld een overlijden of een (ernstige) ziekte van een naaste. Daarbij komt dat de inrichting over slechts één familiekamer beschikt. In de huisregels staat dat een verzoek om familiebezoek in de familiekamer kan worden toegekend als
hiervoor een gegronde reden bestaat. Tevens dient een dergelijk verzoek goed gemotiveerd zijn. Een gedetineerde is zelf verantwoordelijk voor (de invulling en motivering van) zijn aanvraag. Klagers aanvraag was onvoldoende gemotiveerd. Hij heeft enkel
geschreven dat hij zijn kinderen wilde zien. Tijdens het rogatoir verhoor heeft klager meegedeeld dat hij ook familiebezoek in de familiekamer wilde om de schoolresultaten van zijn zoontje te kunnen bespreken. Als klager deze reden eerder had
aangevoerd, dan was de beslissing mogelijk anders uitgevallen. De beklagrechter heeft geoordeeld dat de inrichting een gedetineerde erop moet wijzen als diens aanvraag te algemeen is geformuleerd en dat zij de gedetineerde dan in de gelegenheid moet
stellen de aanvraag nader te formuleren. De directeur kan zich hiermee niet verenigen, omdat in de huisregels uitgebreid staat beschreven aan welke eisen een verzoek om familiebezoek dient te voldoen. Daarnaast is het, gelet op de hoeveelheid aanvragen
die binnenkomen, ondoenlijk om alle aanvragen terug te sturen met het verzoek om de aanvraag nader te motiveren. Bovendien worden gedetineerden, zo ook klager, door het personeel ervan op de hoogte gesteld als een aanvraag wordt afgewezen. Het
personeel
deelt daarbij ook de reden van afwijzing mee, ook als het verzoek is afgewezen vanwege een te algemene formulering. Het staat de gedetineerden overigens altijd vrij om een nieuwe aanvraag in te dienen. Daaraan zijn geen termijnen en begrenzingen
gesteld.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Ingevolge artikel 3.8.1.3 van de huisregels van de p.i. Krimpen aan den IJssel (versie: 1 januari 2013) wordt gedetineerden de mogelijkheid geboden om eerste graad familieleden (ouders en/of kinderen) te ontvangen in een kamer bestemd voor het
familiebezoek. In beroep heeft de directeur aangevoerd dat de mogelijkheid voor gedetineerden om familie te ontvangen in de familiekamer in het leven is geroepen voor het bespreken van zaken die niet tijdens het reguliere bezoekmoment kunnen worden
besproken. Dit beleid is mede ingegeven door het feit dat de inrichting over één familiekamer beschikt. Voorts luidt artikel 3.8.1.3 van de huisregels – voor zover hier van belang – als volgt: “U kunt enkel familiebezoek aanvragen indien u een goed
gemotiveerde aanvraag indient bij uw afdelingshoofd. Uw aanvraag zal gegronde redenen moeten bevatten om het familiebezoek toe te kennen. Deze toetsing zal plaats vinden in het MDO. In het MDO zal de aanvraag goed- of afgekeurd worden.”. Ter zitting is
namens de directeur verklaard dat indien een aanvraag wordt afgewezen, het personeel dit, onder vermelding van de reden(en) van afwijzing, aan de betreffende gedetineerde meedeelt.

Uit het klaagschrift van klager, dat dateert van 6 december 2012, maakt de beroepscommissie op dat klager om familiebezoek in de familiekamer heeft verzocht, omdat hij graag zijn kinderen wil zien en omdat één van zijn kinderen jarig was. Klager heeft
tijdens het rogatoir verhoor op 17 april 2013 aangevoerd dat hij ook de familiekamer wilde gebruiken om met zijn zoontje (en diens moeder) te spreken over diens schoolresultaten. Echter, de beroepscommissie acht het, gelet op het feit dat klager
hierover niets in zijn klaagschrift heeft geschreven, niet aannemelijk dat klager deze reden reeds had vermeld in zijn aanvraag die is afgewezen – welke afwijzing in deze uitspraak wordt beoordeeld. De beroepscommissie gaat er derhalve in haar
beoordeling vanuit dat klager in zijn aanvraag, die is afgewezen, alleen heeft vermeld dat hij familiebezoek in de familiekamer wil, omdat hij zijn kinderen wil zien en omdat één van zijn kinderen jarig was.

De beroepscommissie oordeelt, het vorenstaande in aanmerking nemende en gezien de inhoud van het klaagschrift, dat (de inhoud van) klagers aanvraag van algemene strekking was en dat klager onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt waarom het bezoek van
zijn
familie per se diende plaats te hebben in de familiekamer in plaats van in de reguliere bezoekzaal. Klagers aanvraag was aldus onvoldoende gemotiveerd, waardoor niet is voldaan aan de eisen genoemd in de huisregels. De beroepscommissie gaat er voorts
van uit – nu klager hierover niets heeft aangevoerd – dat klager, conform het beleid, door het personeel op de hoogte is gebracht van reden van afwijzing van zijn aanvraag. Gelet op het vorenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de afwijzende
beslissing van de directeur niet als onredelijk en onbillijk kan worden aangemerkt. Bij dit oordeel neemt de beroepscommissie ook in aanmerking dat klager de mogelijkheid had om, na de afwijzende beslissing, opnieuw een aanvraag in te dienen.

Gelet op het vorenstaande zal de beroepscommissie het beroep van de directeur gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, voor zover daartegen beroep is ingesteld, en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.M.L. Pattijn MSM, leden, in tegenwoordigheid van mr. F.A Groeneveld, secretaris, op 3 oktober 2013

secretaris voorzitter

Naar boven