Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1698/GA, 19 september 2013, beroep
Uitspraakdatum:19-09-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1698/GA

betreft: [klager] datum: 19 september 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mevrouw mr. E.A. Blok, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 26 mei 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Nieuwegein,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 30 augustus 2013, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord mr. C.M.P. Jongsma, kantoorgenoot van klagers raadsvrouw mr. E.A. Blok, en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i.
Nieuwegein.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de beslissing om klager op 9 maart 2013 in te sluiten tijdens het sportmoment waaraan hij niet deelnam.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Er is een nieuw activiteitenrooster gekomen op de afdeling van klager. Hierop staan meer sportmomenten vermeld dan op het oude rooster. Klager wenst niet
aan alle sportmomenten deel te nemen. Door het nieuwe rooster wordt hij nu meer uren ingesloten dan voorheen. Deze extra insluiting is structureel en klager heeft daardoor minder uren dagprogramma dan de wet voorschrijft.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Gedetineerden kunnen ervoor kiezen om niet deel te nemen aan de sportmomenten. Als klager hiervoor kiest dan wordt hij gedurende deze tijd
ingesloten op grond van artikel 20, tweede lid, van de Pbw. Dit is niet onredelijk.
Ter zitting heeft de directeur nog aangevoerd dat er op de afdeling van klager 63 uur aan dagprogramma wordt aangeboden, waarvan 49 uur aan activiteiten. Dit is ruim boven de norm die de penitentiaire maatregel voorschrijft.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. In aanvulling hierop overweegt de beroepscommissie dat uit overgelegd activiteitenrooster blijkt dat er
voldoende uren dagprogramma en activiteitenuren worden aangeboden. De stelling van klager dat door de insluiting niet het in artikel 3 van de Penitentiaire Maatregel vastgelegde minimum aantal uren dagprogramma wordt gehaald, is dan ook niet
aannemelijk. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie zal worden bevestigd met aanvulling van de gronden waarop zij rust.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, J.G.A. van den Brand en ing. M.J. Mulders, leden, in tegenwoordigheid van mr. T. Nauta, secretaris, op 19 september 2013

secretaris voorzitter

Naar boven