Nummer: 13/2452/GB
Betreft: [klager] datum: 26 september 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 3 juli 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot deelname aan een penitentiair programma (p.p.) afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 8 april 2013 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager was Terugdringen Recidive (TR)-weigeraar, nu echter niet meer. Hij wenst juist graag mee te werken aan het opstellen van een TR-traject. Indien klager deel zou nemen aan een p.p., kan hij
zijn
huis behouden. Klager is het niet eens met de beschrijving in het selectieadvies van de locatie Ooyerhoek Zutphen ten aanzien van zijn functioneren in de inrichting. Klager wenst ondanks zijn korte strafrestant nog deel te nemen aan een p.p., in
combinatie met elektronisch toezicht, zodat hij zijn huis kan behouden.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Klager verblijft in de locatie Ooyerhoek op basis van een aantal korte gevangenisstraffen, in totaal 168 dagen. Om in aanmerking te komen voor deelname aan een
p.p. moet klager voldoen aan het vereiste van artikel 4, tweede lid onder a, van de Pbw. De gedetineerde moet veroordeeld zijn tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van ten minste zes maanden (180 dagen). Klager voldoet niet aan dit objectieve
criterium. Klager was TR-weigeraar, maar heeft op 24 juni 2013 aangegeven alsnog mee te willen werken. Volgens de selectiefunctionaris is er, mede gelet op klagers naderende einddatum, te weinig tijd om nog een TR-traject op te stellen. Uit gesprekken
met de psycholoog en het afdelingshoofd van de locatie Ooyerhoek Zutphen kwam naar voren dat klager bereid is mee te werken aan een behandeling.
4. De beoordeling
4.1. In artikel 4 van de Pbw en de artikelen 7 en 9 van de Penitentiaire maatregel (Pm) zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het penitentiair programma en de gedetineerde moeten voldoen.
4.2. Op grond van artikel 4, eerste en tweede lid onder a, van de Pbw kan aan een p.p. worden deelgenomen gedurende ten hoogste een zesde deel van de opgelegde vrijheidsstraf direct voorafgaand aan de datum van invrijheidstelling, mits de
gedetineerde is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van ten minste zes maanden. Klager is veroordeeld tot een aantal onvoorwaardelijke vrijheidstraffen, waarvan de duur samen 168 dagen bedraagt. Klager voldoet daarom niet aan de
objectieve criteria voor deelname aan een p.p. Bovendien heeft klager een strafrestant van minder dan vier weken waardoor er te weinig tijd is om een TR-traject op te stellen. Gelet op het vorenstaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde
beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van M.E.H. Nijp, secretaris, op 26 september 2013
secretaris voorzitter