Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1270/GA, 6 september 2013, beroep
Uitspraakdatum:06-09-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1270/GA

betreft: [klager] datum: 6 september 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 25 maart 2013 van de beklagcommissie bij de locatie De Schie te Rotterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van genoemde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet krijgen van inzage van het penitentiair dossier.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft toegelicht dat en waarom hij het niet eens is met de uitspraak van de beklagcommissie.

De directeur heeft daar niet schriftelijk op gereageerd.

3. De beoordeling
Op de inzage in het penitentiaire dossier zijn de bepalingen van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) van toepassing. Het recht op inzage wordt geformuleerd in artikel 35 van deze wet. De eis die de directeur stelt, dat klager een urgente reden
dient te hebben voor inzage, is niet gebaseerd op deze wet en moet dan ook als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt.
Verzoeker heeft op 5 september 2012 om inzage verzocht en is op 17 september 2012 overgeplaatst. Dat klager in die tussentijd niet in de gelegenheid gesteld had kunnen worden om zijn inzagerecht te effectueren, is niet gebleken. Het beroep zal dan ook
gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht termen aanwezig om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen van € 25,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent klager een tegemoetkoming toe van € 25,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van
B.A. Bogaars, secretaris, op 6 september 2013

secretaris voorzitter

Naar boven