Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1710/GA, 12 september 2013, beroep
Uitspraakdatum:12-09-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1710/GA

betreft: [klager] datum: 12 september 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Breda,

gericht tegen een uitspraak van 23 mei 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij voornoemde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft klager in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het niet (tijdig) inzage bieden aan klager in zijn penitentiair dossier (B1-2013-000083).

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en aan klager een tegemoetkoming toegekend van
€ 25,=.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager heeft tweemaal over dezelfde situatie een klacht ingediend (B1-2013-000076 en B1-2013-000083). Ter zitting van de beklagrechter op 16 mei 2013
heeft klager het klaagschrift met kenmerk B1-2013-000076 ingetrokken. Omdat het niet mogelijk is om tweemaal over eenzelfde situatie te klagen dient klager in zijn onderhavige beklag niet-ontvankelijk te worden verklaard.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Uit de stukken blijkt dat klager op 16 mei 2013 zijn klacht van 18 maart 2013, inhoudende dat hij al twee maanden wacht op inzage in zijn penitentiair dossier, tijdens de behandeling door de beklagrechter heeft ingetrokken. De beklagrechter heeft
derhalve op die klacht geen beslissing kunnen nemen.
Wat er verder ook zij van deze intrekking, vaststaat dat klager de op 29 maart 2013 ingediende klacht niet heeft ingetrokken. Enkel deze klacht is aanhangig. Klager kon daarom worden ontvangen in dat beklag. Nu het beroep van de directeur slechts ziet
op klagers ontvankelijkheid, het standpunt van de directeur dienaangaande niet wordt gevolgd en geen andere gronden zijn aangevoerd die tot een gegrondverklaring van het beroep zouden kunnen leiden, zal de beroepscommissie het beroep van de directeur
ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter bevestigen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van mr. T. Nauta, secretaris, op 12 september 2013

secretaris voorzitter

Naar boven