Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1180/TA, 9 september 2013, beroep
Uitspraakdatum:09-09-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1180/TA

betreft: [klager] datum: 9 september 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.L. Louwerse, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 7 maart 2013 van de beklagcommissie bij FPC Veldzicht te Balkbrug, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 29 juli 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, is klager gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A.L. Louwerse. Het hoofd van de inrichting heeft schriftelijk laten weten niet
ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag – voor zover in beroep aan de orde – betreft het onthouden van medische verzorging.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De inrichting heeft klager medische zorg onthouden, waardoor hij onnodig veel pijn in zijn gezicht heeft gehad. Klager wilde zo snel mogelijk
een huisarts raadplegen voor pijnmedicatie. Pas vier dagen later was er gelegenheid de huisarts te bezoeken. Klagers voorgeschreven medicatie was op. De inrichting heeft geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat de afspraak een vooraf ingeplande
vervolgafspraak betrof en dat de voorgeschreven medicatie ook daadwerkelijk voldoende was tot 19 november 2012.
Klager gebruikt twee tabletten Tramadol om de vier à vijf uur. De groepsleiding weet wat klager aan medicatie gebruikt. Zij moeten ook bijbestellen. Klager heeft de medicatie niet in eigen beheer. Klager moet per tablet vragen om de medicatie. Klager
heeft vier dagen veel pijn gehad, waarvoor hij paracetamol heeft gekregen, dat echter niet voldeed. Klager heeft via niet-reguliere weg de beschikking over Advil 500 tabletten. Klager moet voor zichzelf zorgen. Klager vermoedt dat hij vanwege de pijn
niet naar de afspraak van de huisarts is gegaan.

Het hoofd van de inrichting heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht bij brief van 16 juli 2013. De huisarts heeft een recept aan klager gegeven voor 30 stuks Tramadol. Op 15 november 2012
waren de voorgeschreven tabletten op. Op 19 november 2012 had klager een vervolgsafspraak staan bij de huisarts, maar hij is zonder afmelding niet verschenen en heeft ook geen nieuwe afspraak gemaakt. Tijdens dit consult had klager met de huisarts de
medicatie kunnen bespreken. Op de afdeling is altijd paracetamol aanwezig dat verstrekt kan worden mocht dat nodig zijn.

3. De beoordeling
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting komt als onbestreden naar voren dat klager op 15 november 2012 heeft verzocht om pijnmedicatie. Klager slikt Tramadol en heeft deze medicatie niet zelf in beheer. Hij moet per tablet het personeel vragen om
pijnmedicatie. Pas op 19 november 2012 en derhalve vier dagen later had klager een afspraak met de huisarts. De beroepscommissie is van oordeel dat het hoofd van de inrichting hiermee de zorgplicht van artikel 41, derde lid, van de Bvt heeft
geschonden.
Nu het beheer van de pijnmedicatie bij het personeel ligt, rust op hen de integrale verantwoordelijkheid dat voldoende medicatie beschikbaar is dan wel consultatie van een arts mogelijk is over de medicatie. Het beroep zal derhalve gegrond worden
verklaard. De uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag zal in zoverre alsnog gegrond worden verklaard. Nu klager niet is verschenen op de afspraak met de huisarts van 19 november 2012 acht de beroepscommissie een
tegemoetkoming niet aangewezen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat klager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, drs. B. van Dekken en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 9 september 2013

secretaris voorzitter

Naar boven