Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1899/GA, 20 augustus 2013, beroep
Uitspraakdatum:20-08-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1899/GA

betreft: [klager] datum: 20 augustus 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel,

gericht tegen een uitspraak van 11 juni 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij de p.i. Ter Apel, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 augustus 2013, gehouden in de p.i. Lelystad, is
[...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Ter Apel, gehoord.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruikgemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de afwijzing van een verzoek om algemeen verlof.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en aan klager een tegemoetkoming toegekend ter hoogte van € 50,=.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De directeur persisteert allereerst bij de inhoud van het beroepschrift. Klager is nog niet zo lang geleden ontslagen uit detentie. Klager is inmiddels weer gedetineerd omdat hij de voorgeschreven afspraken met de reclassering niet is nagekomen. De
weigering om klager verlof te verlenen was met name gelegen in het gebrek aan vertrouwen in een goed verloop van het verlof. Klager werd in de inrichting verdacht van het gebruik van softdrugs en er waren signalen dat gevreesd moest worden dat hij na
verlof zou proberen, al dan niet naar aanleiding van druk van medegedetineerden,contrabande in te voeren. Indien de beroepscommissie het beroep ongegrond zou verklaren, is er zijdens de directeur geen bezwaar tegen de toekenning van een financiële
tegemoetkoming.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan, voor zover een en ander is komen vast te staan, niet leiden tot een andere uitspraak dan die van de beklagcommissie. De bestreden beslissing van de directeur is onvoldoendegemotiveerd om die beslissing te kunnen
dragen. Om die reden zal het beroep ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre worden bevestigd.

De beroepscommissie kan zich niet verenigen met de hoogte van de door de beklagcommissie toegekende tegemoetkoming. Hoewel het beklag gegrond is verklaard in verband met een onvoldoende onderbouwing van de bestreden beslissing, is alsnog ter zitting
voldoende aannemelijk geworden datgronden om het verzoek om algemeen verlof af te wijzen, op zich aanwezig waren. Gelet daarop kan thans worden volstaan met een lagere tegemoetkoming. De beroepscommissie zal de hoogte daarvan vaststellen op € 25,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van de directeur ten aanzien van het beklag ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter.
Zij vernietigt de uitspraak van de beklagrechterten aanzien van de hoogte van de toegekende tegemoetkoming en stelt die hoogte vast op € 25,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. C.J.G. Bleichrodt, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 20 augustus 2013

secretaris voorzitter

Naar boven