Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/2568/GB, 15 augustus 2013, beroep
Uitspraakdatum:15-08-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/2568/GB

Betreft: [klager] datum: 15 augustus 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. T.P. van Dijken, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 31 juli 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 20 augustus 2013 te melden in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Westlinge te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is op 10 april 2012 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 dagen. Deze uitspraak is op 8 januari 2013 onherroepelijk geworden. Op 22 juli 2013 is klager opgeroepen zich op 20 augustus 2013 te melden in de b.b.i. van de locatie Westlinge.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager verzoekt om uitstel vanwege gezinsproblematiek en werkgerelateerde problematiek. De selectiefunctionaris heeft klagers bezwaarschrift ongegrond verklaard, omdat hetgeen klager heeft verzocht niet binnen het geldende beleid zou passen. Blijkens
bijlage 2 van de ‘Aanwijzing executie’ van het Openbaar Ministerie vormen gezinsproblematiek en werkgerelateerde problematiek bij uitstek redenen tot het inwilligen van verzoeken tot uitstel. De selectiefunctionaris bagatelliseert de geschetste
problematiek, nu er veel tijd geïnvesteerd zal dienen te worden in het oplossen van de gezinsproblematiek en nu het onderhandelingsproces betreffende het opzetten van een ‘Bakker Bart’-franchise niet zomaar stopgezet kan worden. Klager wil zich niet
onttrekken aan de aan hem opgelegde straf. Uitstel kan ervoor zorgen dat klager zijn leven op orde heeft wanneer hij zijn straf heeft uitgezeten.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris verwijst naar de inhoud van de beslissing op het bezwaarschrift. De selectiefunctionaris heeft daarin onder meer aangegeven dat slechts in uitzonderlijke omstandigheden uitstel zal worden verleend. De noodzaak tot
tenuitvoerlegging staat voorop. Klager gaat ervan uit dat tijdens zijn verblijf in detentie uitspraak zal worden gedaan in het door hem ingediende kort geding. Dit vormt echter geen grond voor uitstel van de melddatum. Klager zal bij een positieve
uitkomst, eventueel met behulp van zijn raadsman, vanuit detentie de noodzakelijke afspraken kunnen maken. Klager kan, indien hij dit noodzakelijk acht, bij de directeur van de locatie Westlinge een verzoek in het kader van de Regeling tijdelijk
verlaten van de inrichting indienen. Klager zal ook bij een negatieve uitkomst vanuit detentie de nodige stappen kunnen zetten.
Klager verzoekt tevens om uitstel om een onderneming op te zetten. Klager dient zich op 20 augustus 2013 te melden en derhalve kan het gesprek van 8 augustus 2013 doorgang vinden. Bovendien is er slechts sprake van een oriënterend gesprek. Indien er
vervolgafspraken gemaakt dienen te worden, kunnen deze, nu klagers detentie relatief kort van duur is, plaatsvinden nadat klager zijn straf heeft uitgezeten. Overigens is klager reeds sinds 22 maart 2013 bekend met de noodzaak tot tenuitvoerlegging. De
uitnodiging voor een oriënterend gesprek heeft hij pas op 5 juli 2013 ontvangen.

4. De beoordeling
4.1. De b.b.i. van de locatie Westlinge is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een beperkt beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klager verzoekt om een uitstel van de melddatum voor de duur van zes maanden vanwege gezinsproblematiek en werkgerelateerde problematiek. Op 8 januari 2013 is klagers vonnis onherroepelijk geworden en derhalve diende hij er rekening mee te
houden dat de opgelegde vrijheidsstraf van 42 dagen op enig moment ten uitvoer zou worden gelegd. Uit de stukken blijkt dat klager op 22 maart 2013 een verklaring heeft ondertekend waarin hij aangeeft gevolg te zullen geven aan een oproep zich te
melden
in een b.b.i. Klager wist derhalve dat hij spoedig een oproep tot melden zou ontvangen. De beroepscommissie is dan ook van oordeel dat klager voldoende gelegenheid heeft gehad om te anticiperen op zijn aankomende detentie. De gevolgen van een
vrijheidsstraf komen immers voor rekening en risico van de veroordeelde. Gelet op het vorenstaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als
onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 15 augustus 2013.

secretaris voorzitter

Naar boven