Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/2560/GB, 15 augustus 2013, beroep
Uitspraakdatum:15-08-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/2560/GB

Betreft: [klager] datum: 15 augustus 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. H. Brouwer, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 5 augustus 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 20 augustus 2013 te melden in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Westlinge te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is op 1 februari 2013 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 dagen. Deze uitspraak is op 16 februari 2013 onherroepelijk geworden. Op 22 juli 2013 is klager opgeroepen zich op 20 augustus 2013 te melden in de b.b.i. van de locatie Westlinge.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager verzoekt om uitstel van de melddatum vanwege een reeds geboekte vakantie. Klager heeft op 20 maart 2013 verklaard gevolg te zullen geven aan de oproep tot melden. Volgens de selectiefunctionaris had klager niet zonder overleg met de
selectiefunctionaris op vakantie mogen gaan. Klager wist op 20 maart 2013 echter niet dat hij zou worden opgeroepen om zijn straf op 20 augustus 2013 uit te zitten. Klager heeft pas na het boeken van deze vakantie op 2 juli 2013 de oproep tot melden
ontvangen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris verwijst naar de inhoud van het bezwaarschrift. De selectiefunctionaris heeft daarin onder meer aangegeven dat slechts in uitzonderlijke omstandigheden uitstel zal worden verleend.
De noodzaak tot tenuitvoerlegging staat voorop. Klagers raadsman bleek niet in staat te zijn aanvullende informatie te verstrekken over de datum waarop klager de vakantie heeft geboekt en over de aanvang van de vakantie, omdat hij klager niet kon
bereiken. Inmiddels heeft klagers raadsman contact gehad met klager. Gebleken is dat klager de vakantie heeft geboekt na de datum waarop klager heeft verklaard gevolg te zullen geven aan een oproep tot melden (20 maart 2013). Hetgeen klager heeft
verzocht past derhalve niet binnen het geldende beleid inzake het verlenen van uitstel. Het feit dat klager de vakantie heeft geboekt vóór ontvangst van de oproepbrief doet hier niet aan af. Het had op klagers weg gelegen om contact op te nemen met de
selectiefunctionaris om te bezien of de straf eerder ten uitvoer had kunnen worden gelegd.

4. De beoordeling
4.1. De b.b.i. van de locatie Westlinge is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een beperkt beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klager verzoekt om uitstel van de melddatum vanwege een reeds geboekte vakantie. Op 16 februari 2013 is klagers vonnis onherroepelijk geworden en derhalve diende hij er rekening mee te houden dat de opgelegde vrijheidsstraf van 7 dagen op enig
moment ten uitvoer zou worden gelegd. Uit de stukken blijkt dat klager op 20 maart 2013 een verklaring heeft ondertekend waarin hij aangeeft gevolg te zullen geven aan een oproep zich te melden in een b.b.i. Klager wist derhalve dat hij spoedig een
oproep tot melden zou ontvangen en hij had daarop kunnen anticiperen. De beroepscommissie is dan ook van oordeel dat de omstandigheid dat klager desondanks een vakantie heeft geboekt voor risico van klager dient te komen. Klager had over het boeken van
de vakantie, wetende dat hij opgeroepen zou kunnen worden, contact kunnen en moeten opnemen met de selectiefunctionaris. Gelet op het vorenstaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging
van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 15 augustus 2013.

secretaris voorzitter

Naar boven