Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0788/GA, 13 augustus 2013, beroep
Uitspraakdatum:13-08-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/788/GA

betreft: [klager] datum: 13 augustus 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 4 maart 2013 van de beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer, voor zover in beroep aan de orde,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 30 juli 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, zijn klager en de juridisch medewerker bij de locatie Zoetermeer, [...], gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. de omstandigheid dat vaak niet wordt gereageerd op verzoekbriefjes/meldingen (ZO 2013/23b);
b. de omstandigheid dat het personeel niet aan klager had gemeld dat hij (doordat hij gedurende zijn verblijf in de afzonderingscel van afdeling was gewisseld) op 16 november 2012 bezoek had op een ander tijdstip (ZO 2013/28);
c. dat aan klager op 23 november 2012 geen ontbijt is aangeboden (ZO 2013/29):
d. de omstandigheid dat klager te lang in de strafcel heeft gezeten (ZO 2013/30);
e. dat klager verschillende keren heeft aangegeven met zijn advocaat te willen bellen, hetgeen is geweigerd (ZO 2013/31);
f. dat klager gedurende zijn verblijf in de afzonderingscel geen boodschappenlijst mocht invullen waardoor hij al tien dagen geen telefoonkaart heeft (ZO 2013/32);
g. de weigering ragers (voor gebit) in te voeren (ZO 2013/34);
h. de omstandigheid dat klagers familie een opzetborstel voor een elektrische tandenborstel heeft ingevoerd, maar klager deze nooit heeft ontvangen (ZO 2013/41);
i. een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel met ingang van 28 januari 2013, omdat klager elke regel ter discussie stelt en onvermoeibaar blijft discussiëren en weerstand heeft geboden bij het
insluiten (ZO 2013/90).

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag onder g. en heeft het beklag onder a., b., c., d., e., f., h., en i. ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Ten aanzien van a. licht klager toe dat als er wel gereageerd was, het niet tot een beklag was gekomen. Hij heeft een paar
dagen
gewacht op een reactie. Ten aanzien van b. licht klager toe dat hij uiteindelijk wel een uur bezoek heeft gehad, maar dit kwam enkel door de inspanningen van zijn zus. Ten aanzien van c. licht klager toe dat hij na overplaatsing naar de nieuwe afdeling
wel in de gelegenheid is gesteld om te douchen, maar hem geen ontbijt is aangeboden. Hij was niet in hongerstaking. Hij wilde misschien wel eten, dat ligt eraan. Ten aanzien van d. licht klager toe dat hij te lang in de strafcel heeft gezeten en het
“voorarrest” ten onrechte niet van de duur van de straf is afgetrokken. Ten aanzien van e. licht klager toe dat hij zeven dagen lang heeft verzocht zijn advocaat te bellen. Hij heeft uiteindelijk zijn advocaat op woensdag gesproken, maar daarna schoot
hem nog iets te binnen dat hij aan zijn advocaat wilde doorgeven, maar dat werd geweigerd. Ten aanzien van f. licht klager toe dat hij niet wist dat je in de afzonderingscel de boodschappenlijst ook voor 17.00 uur moest inleveren. Ten aanzien van g.
voert klager aan dat de in de inrichting verkrijgbare ragers te duur zijn. Ten aanzien van i. licht klager toe dat de straf onterecht is omdat hij de deur helemaal niet heeft tegengehouden.

Namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Het afdelingshoofd reageert altijd op verzoekbriefjes, maar misschien niet altijd direct. Ten aanzien van b. licht de
directeur toe dat het logboek voor zich spreekt. Klager heeft een uur bezoek gehad. Gedetineerden die in de afzonderingscel verblijven, wordt altijd ontbijt aangeboden. Klager had aangegeven dat hij niet wilde eten en daarom is hem geen eten
aangeboden.
Ten aanzien van i. licht de directeur toe dat klager de deur met zijn voet heeft tegengehouden zoals dit ook in het schriftelijke verslag is vermeld.

3. De beoordeling
Ten aanzien van e. overweegt de beroepscommissie dat is gebleken dat klager tijdens zijn verblijf in de strafcel met zijn advocaat heeft gesproken, zodat hem de feitelijke toegang tot zijn advocaat niet is ontzegd. Gelet hierop zal het beroep ten
aanzien van e. ongegrond worden verklaard.

Hetgeen overigens in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. H.K. Fernandes Mendes en dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 13 augustus 2013

secretaris voorzitter

Naar boven