Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1664/GA, 5 augustus 2013, beroep
Uitspraakdatum:05-08-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1664/GA

betreft: [klager] datum: 5 augustus 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 26 april 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Grave, betreffende het niet meer verstrekken van koosjere voeding aan klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Klager heeft verzocht om de rabbijn van de inrichting te horen. De beroepscommissie komt echter tot het oordeel dat zij zich voldoende voorgelicht acht door de inhoud van de stukken. Het verzoek om de rabbijn te horen zal daarom worden afgewezen.

Op grond van artikel 62, tweede lid, van de Pbw in samenhang met artikel 64, eerste lid, van de Pbw kan de beklagrechter, indien hij het beklag aanstonds kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond acht op de klacht beslissen
zonder klager en de directeur in de gelegenheid te stellen mondelinge opmerkingen te maken omtrent die klacht. De beklagrechter heeft in dit geval van deze bevoegdheid gebruik gemaakt.

Klager richt zijn klacht tegen het feit dat hem geen koosjere voeding wordt verstrekt.
Op grond van artikel 44, eerste lid, van de Pbw draagt de directeur zorg dat aan de gedetineerde voeding wordt verstrekt. Ingevolge het derde lid van dit artikel draagt de directeur zorg dat bij de verstrekking van voeding zoveel mogelijk rekening
wordt
gehouden met de godsdienst of levensovertuiging van de gedetineerde.

De directeur heeft zich bij zijn beslissing klager geen koosjere voeding te verstrekken, laten leiden door het advies over dit onderwerp afgegeven door de aan de inrichting verbonden rabbijn. De rabbijn heeft na een onderhoud met klager de directeur
geadviseerd klager geen koosjere voeding te verstrekken, welk advies door de directie is overgenomen en met klager is besproken.

Tegen deze achtergrond is de enkele verklaring van klager dat hij volgens zijn geloof of levensovertuiging koosjer moet eten, onvoldoende om een bijzondere voeding te rechtvaardigen, zodat de beslissing van de directeur niet als onredelijk of onbillijk
moet worden aangemerkt.
Naar het oordeel van de beroepscommissie heeft de directeur op dit punt aan zijn zorgplicht voldaan.

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagrechter zal met aanvulling
van de gronden worden bevestigd.

Voor zover klager beroep wenst in te stellen tegen de uitspraak van de beklagrechter met kenmerk GO 2013/000257 oordeelt de beroepscommissie als volgt. De uitspraak is gegeven op 27 mei 2013. Klagers beroepschrift dateert van 16 mei 2013 en is derhalve
te vroeg ingediend. Klager zal niet-ontvankelijk worden verklaard in dit beroep.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.
Voor zover het beroep is gericht tegen de uitspraak van de beklagrechter met kenmerk GO 2013/000257, verklaart zij klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van
K. Dere, secretaris, op 5 augusuts 2013

secretaris voorzitter

Naar boven