Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1790/GA, 29 juli 2013, beroep
Uitspraakdatum:29-07-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1790/GA

betreft: [klager] datum: 29 juli 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F. Donders, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 23 mei 2013 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Vught in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van vier dagen op eigen cel zonder televisie wegens een dreigende en agressieve houding naar het personeel toe.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager stelt dat het onredelijk en onbillijk of in strijd met de wet is om de televisie van zijn cel te halen bij een opgelegde disciplinaire straf.
Klager is in zijn belangen geschaad en verzoekt om een tegemoetkoming.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
In de uitspraak van 18 april 2013 met kenmerk 13/118/GA heeft de beroepscommissie uitgemaakt dat de beslissing van de directeur om klagers televisie uit zijn verblijfsruimte te verwijderen voortvloeit uit de aan klager opgelegde disciplinaire straf.
Aan
het strafkarakter van de disciplinaire straf zou afbreuk worden gedaan als klager de beschikking zou mogen blijven houden over zijn televisie. Gelet op het vorenstaande kan hetgeen in beroep is aangevoerd naar het oordeel van de beroepscommissie niet
tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 29 juli 2013

secretaris voorzitter

Naar boven