Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1981/GV, 29 juli 2013, beroep
Uitspraakdatum:29-07-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1981/GV

betreft: [klager] datum: 29 juli 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 3 april 2013 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klagers verlof is geweigerd omdat hij tweemaal positief gescoord zou hebben op drugs, maar dat klopt helemaal niet. Klager heeft slechts éénmaal positief gescoord. Van die tweede keer heeft hij geen
bevestiging op papier ontvangen, hoewel hij daar wel om heeft gevraagd.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klagers verzoek is afgewezen overeenkomstig het advies van de inrichting. Gebleken is dat klager onvoldoende grip heeft op zijn druggebruik. Klager heeft binnen twee maanden gescoord op druggebruik. Dat hem de tweede keer, op 13 maart 2013, geen
sanctie
is opgelegd wil niet zeggen dat er geen sprake is geweest van gebruik. In het kader van het drugs ontmoedigingsbeleid wordt een gedetineerde bij het twee maal positief scoren binnen een periode van drie maanden geen verlof toegekend. Overigens heeft
klager nadien in mei 2013 wederom positief gescoord op THC-gebruik.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de penitentiaire inrichtingen Dordrecht heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag wegens klagers middelengebruik en positieve uc-scores.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Dordrecht heeft aangegeven positief te staan tegenover de verlofaanvraag.
De politie heeft positief geadviseerd met de kanttekening dat de tweede optie van klagers verlof in het weekend valt en er dan veel jongeren in de wijk rondlopen en de kans bestaat dat klager met de verkeerde jongeren in aanraking komt.

3. De beoordeling
Klager is in eerste aanleg veroordeeld wegens diefstal. De fictieve wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 4 oktober 2013.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers tweede verlofaanvraag.

Uit de inrichtingsrapportage blijk dat klager op 27 december 2012 en vervolgens op 2 januari 2013 positief scoorde op THC. Op 2 januari 2012 is hij niet bestraft vanwege afbouw. Op 18 februari 2013 scoorde klager negatief. Op 13 maart 2013 scoorde hij
weer positief. Hij is toen niet bestraft in verband met de aanvraag van een herhalingsonderzoek. Hoewel niet blijkt of het herhalingsonderzoek doorgang heeft gevonden en wat daarvan dan het resultaat zou zijn geweest, wordt er, mede gezien de latere
positieve score, vanuit gegaan dat op 13 maart 2013 sprake is geweest van middelengebruik.
De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheid een contra-indicatie vormt voor verlofverlening en dat deze, ondanks de positieve adviezen, een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigt. Derhalve kan de beslissing van de
Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder c van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. Th.E.M. Wijte en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 29 juli 2013

secretaris voorzitter

Naar boven