Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1476/GB, 23 juli 2013, beroep
Uitspraakdatum:23-07-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/1476/GB

Betreft: [klager] datum: 23 juli 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C. Stroobach, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 10 april 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 18 december 2008 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard. Op 1 maart 2013 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Almere, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klagers raadsvrouw heeft de beslissing op bezwaar pas op 2 mei 2013 ontvangen. Klager is ervan uitgegaan dat zijn raadsvrouw de bestreden beslissing had ontvangen en dat zij conform hun afspraak beroep zou instellen tegen deze beslissing. Het is
kwalijk
dat de beslissing niet naar klagers raadsvrouw is toegezonden en dit zou de overschrijding van de beroepstermijn moeten stuiten.
Klager is overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Almere, omdat bij hem voor de tweede keer een mobiele telefoon zou zijn aangetroffen. Klager stelt dat bij hem nimmer een telefoon is aangetroffen en zeker niet een telefoon die van hem is. In de
beslissing op bezwaar is niet gereageerd op deze stelling. Het dossier is evenmin aan klagers raadsvrouw ter beschikking gesteld. Klager wenst zijn beroep nader mondeling toe te lichten.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Almere, omdat hij een mobiele telefoon in zijn bezit had. In het bezwaarschrift wordt niet ontkend dat klager een mobiele telefoon in zijn bezit had.
De raadsman/raadsvrouw behoort een afschrift van de beslissing op bezwaar te ontvangen. Het is echter niet onmogelijk dat dit niet gebeurd is. De ontvangst van een bezwaarschrift wordt schriftelijk bevestigd. In de bevestiging wordt aangegeven dat de
onderliggende stukken opgevraagd dienen te worden bij de directeur van de inrichting waar de klager verblijft. Wanneer dit niet is gebeurd, is een excuus op zijn plaats.
Op 22 februari 2013 is een mobiele telefoon in klagers cel aangetroffen, hetgeen de orde, rust en veiligheid in de inrichting in gevaar heeft gebracht. Bij klager is in maart 2012 ook al een mobiele telefoon aangetroffen. Er bestaat geen twijfel over
dat deze telefoons van klager waren.

4. De beoordeling
4.1. Klager wenst zijn beroep nader mondeling toe te lichten. Nu onvoldoende gemotiveerd is waarom klager zijn beroep mondeling wil toelichten en de beroepscommissie zich voldoende ingelicht acht om op het beroep te beslissen, wijst de
beroepscommissie het verzoek af.

4.2. In het kader van de onderhavige beroepsprocedure zijn alle stukken waarvan de beroepscommissie kennis heeft genomen over en weer naar partijen gestuurd en zijn klager en zijn raadsvrouw in de gelegenheid gesteld het beroepschrift schriftelijk
toe te lichten. Voor zover er in eerste aanleg fouten van procedurele aard zouden zijn gemaakt, zijn die in beroep hersteld.

4.3. De gevangenis van de p.i. Almere is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.4. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.5. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Klager is blijkens het selectieadvies op 22
februari 2013 disciplinair gestraft voor het in bezit hebben van een mobiele telefoon. Klager heeft hiertegen geen beklag ingediend. De aanwezigheid van een mobiele telefoon in een inrichting zou de orde, rust en veiligheid in deze inrichting in gevaar
kunnen brengen. Uit het selectieadvies blijkt bovendien dat klager in de locatie Zuyder Bos reeds eerder disciplinair is gestraft voor het in bezit hebben van twee mobiele telefoons. De selectiefunctionaris heeft derhalve in redelijkheid kunnen
oordelen
dat het vorenstaande een contra-indicatie vormt voor een continuering van klagers verblijf in de locatie Zuyder Bos. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. dr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 23 juli 2013

secretaris voorzitter

Naar boven