Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1098/TB, 17 juli 2013, beroep
Uitspraakdatum:17-07-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1098/TB

betreft: [klager] datum: 17 juli 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. N.A. Heidanus, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 29 maart 2013 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. N.A. Heidanus om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft op 19 april 2013 beslist klager over te plaatsen naar FPC De Rooyse Wissel te Venray.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Bij brief van 4 april 2013 heeft het FPC Veldzicht te Balkbrug het voornemen tot wederzijdse overplaatsing van klager
aan de Staatssecretaris kenbaar gemaakt. De Staatssecretaris heeft op 19 april 2013 beslist klager over te plaatsen naar FPC De Rooyse Wissel. Deze overplaatsing is op 24 april 2013 gerealiseerd.

3. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Bij brief van 6 maart 2013 heeft de raadsman de Staatssecretaris verzocht om klager over te plaatsen naar een andere tbs-kliniek. De mededeling van de Staatssecretaris van 29 maart 2013 dat er thans een plek voor hem wordt gezocht, waarbij het advies
van het Pieter Baan Centrum (PBC) wordt meegenomen, speelt al geruime tijd.
Klager is inmiddels op 24 april 2013 overgeplaatst naar De Rooyse Wissel. Klager heeft echter nodeloos lang moeten wachten op een overplaatsing naar een andere tbs-kliniek. Uiteindelijk zijn een zeer kritische rechtbank te Amsterdam en deze
beroepsprocedure noodzakelijk geweest om een meer spoedige overplaatsing te realiseren. Klager heeft hiermee veel kostbare tijd verloren en zijn belangen zijn geschaad door de zeer vertraagde overplaatsing. Het beroepschrift dient gegrond te worden
verklaard en klager dient een passende tegemoetkoming te worden toegekend.

Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt ingenomen.
Klager is bij besluit van 21 augustus 2006 geplaatst op de afdeling voor extreem beheers- en vluchtgevaarlijke personen in FPC Veldzicht. Op 31 december 2012 heeft het PBC een advies uitgebracht over klagers behandelmogelijkheden.
Klagers (beheers)problematiek in combinatie met zijn lage IQ maken hem tot een moeilijk plaatsbare patiënt. Meerdere pogingen tot overplaatsing hebben daarom ook niet tot het gewenste resultaat geleid. Nu het PBC heeft geadviseerd om voortvarend een
resocialisatietraject in gang te zetten is advies ingewonnen bij FPC Veldzicht. Veldzicht heeft klager vervolgens ter ruiling aangeboden waarna hij bij besluit van 19 april 2013 is geplaatst in De Rooyse Wissel.

4. De beoordeling
Naar aanleiding van een overplaatsingsverzoek van de raadsman van 6 maart 2013 heeft de Staatssecretaris de raadsman bij brief van 29 maart 2013 bericht dat klager door FPC Veldzicht wordt aangeboden voor wederzijdse overplaatsing naar een andere
kliniek, met inachtneming van het advies van het PBC.
Op 19 april 2013 heeft de Staatssecretaris besloten klager over te plaatsen naar FPC De Rooyse Wissel en klager is daar op 24 april 2013 geplaatst.
Gelet op deze gang van zaken kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet worden gesproken van een fictieve weigering te beslissen op het overplaatsingsverzoek.
Klager kan derhalve niet in zijn beroep worden ontvangen.
Ten overvloede merkt de beroepscommissie op dat klagers verzoek tot overplaatsing met voortvarendheid ter hand is genomen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 17 juli 2013

secretaris voorzitter

Naar boven