Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1015/GA, 17 juli 2013, beroep
Uitspraakdatum:17-07-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1015/GA

betreft: [klager] datum: 17 juli 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. A.M.I. Eleveld namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 22 maart 2013 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 juni 2013, gehouden in de p.i. Veenhuizen, zijn gehoord klagers raadsvrouw mr. M.J. Flach en [...], juridisch medewerker en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur.

Klager, die geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland heeft, is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van vier dagen afzondering in een afzonderingscel ingaande op 20 november 2012 wegens onderzoek naar betrokkenheid van klager bij een schermutseling met medegedetineerden.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager werd belaagd door de andere gedetineerden. Hij is aangevallen, heeft een klap gekregen en heeft zich enkel verdedigd. De ordemaatregel is te snel zonder degelijk vooronderzoek opgelegd en heeft te lang geduurd in ogenschouw genomen dat klager
zich alleen heeft verdedigd. Klager had geen mes en heeft dit dus ook niet gebruikt. In de verklaringen van de personeelsleden staat ook niet dat klager een mes zou hebben gehad. Klager was teruggegaan naar zijn cel. De medegedetineerde is naar klagers
cel toegegaan en heeft stennis geschopt.
Tijdens het onderzoek zouden de selectieadviezen van de verschillende gedetineerden bekeken zijn, maar hiervan is in de stukken niets terug te vinden. Alle verklaringen zijn afgelegd op de eerste dag van de ordemaatregel. Vraag is of er drie dagen
nodig
waren om selectieadviezen te bezien.

Door en namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De ordemaatregel is opgelegd in verband met onderzoek naar klagers betrokkenheid en die van andere gedetineerden bij een vechtpartij. De directeur en het afdelingshoofd hebben twee personeelsleden en meerdere gedetineerden gehoord. Door een
medegedetineerde is verklaard dat klager daadwerkelijk een mes in zijn handen had, een andere gedetineerde er tussen is gesprongen en dat deze bijna geraakt is door het mes. Klager heeft zich niet teruggetrokken. Het gehele incident is onderzocht. De
selectieadviezen van alle betrokken gedetineerden zijn bekeken. Alle verklaringen moesten schriftelijk worden vastgelegd. Het betrof een grootschalig onderzoek. Voor het onderzoek waren meerdere dagen nodig. Klager is afgezonderd in een afzonderingscel
en niet in de eigen verblijfsruimte in verband met de onrust op zijn afdeling. Een van de medegedetineerden is vervolgens overgeplaatst. Klager is na vier dagen teruggeplaatst op de afdeling.

3. De beoordeling
Uit het schriftelijk verslag en de overige stukken volgt dat klager betrokken was bij een vechtpartij en dat niet direct duidelijk was dat klager door een medegedetineerde is aangevallen. Aannemelijk is geworden dat onderzoek naar klagers betrokkenheid
bij de vechtpartij en de betrokkenheid van andere gedetineerden diende plaats te vinden en vaststaat dat het personeel en gedetineerden op de eerste dag van de afzonderingsmaatregel zijn gehoord. De beroepscommissie acht uit de stukken en het
verklaarde
ter zitting onvoldoende aannemelijk geworden dat na die dag nog drie dagen nodig waren om het onderzoek af te ronden en is van oordeel dat voor zover de afzonderingsmaatregel langer dan twee dagen heeft geduurd het beroep gegrond dient te worden
verklaard. Zij zal derhalve de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre vernietigen en op dit punt het beklag gegrond verklaren. Zij kent klager ter zake een tegemoetkoming toe van € 20,=. Zij verklaart voor het overige het beroep ongegrond en
bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep voor zover de ordemaatregel langer dan twee dagen heeft geduurd, gegrond, vernietigt op dit punt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart het beklag gegrond en kent klager een tegemoetkoming toe van €
20,=.
Zij verklaart het beroep voor het overige ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, drs. R.K. Boelens en ing. M.J. Mulders, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 17 juli 2013

secretaris voorzitter

Naar boven