Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0772/GA, 17 juli 2013, beroep
Uitspraakdatum:17-07-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/772/GA

betreft: [klager] datum: 17 juli 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

De directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Veenhuizen,

gericht tegen een uitspraak van 1 maart 2013 van de beklagcommissie bij voormelde p.i. gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager, voor zover daartegen beroep is ingesteld,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 juni 2013, gehouden in de p.i. Veenhuizen, zijn gehoord klager, met bijstand van een tolk in de Poolse taal, en [...], juridisch medewerker en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in een afzonderingscel op 3 december 2012 en eindigend op 5 december 2012 in verband met onderzoek naar de onrust op klagers afdeling.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard voor zover de ordemaatregel langer heeft geduurd dan 24 uur en aan klager een tegemoetkoming toegekend van € 20,=, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
Door en namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Oplegging van de ordemaatregel was niet onredelijk of onbillijk. De ordemaatregel is opgelegd in verband met een onderzoek naar de onrust op klagers afdeling. Volgens de beklagcommissie was een dag voldoende voor dit onderzoek, maar dit is niet juist.
Er zou mogelijk sprake zijn van contrabande, alcoholgebruik en drugshandel op de afdeling. Mogelijk zou hier personeel bij betrokken zijn. Dit diende goed uitgezocht te worden. Meerdere personen, onder wie gedetineerden, dienden te worden gehoord. Dit
is de reden dat het onderzoek drie dagen heeft geduurd. Het beklag is ten onrechte gegrond verklaard.

Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Hij wist niet dat er zoveel problemen waren op de afdeling. Het gaat over € 20,=. Klager heeft dat niet nodig. Het beroep is niet de moeite waard. Klager heeft geen onrust veroorzaakt op de afdeling en voelt zich niet aangesproken.

3. De beoordeling
Uit de stukken en de toelichting van de directeur ter zitting volgt dat er onrust was op klagers afdeling. Het afdelingspersoneel had meldingen ontvangen van gedetineerden dat er sprake zou zijn van drugshandel, alcoholgebruik en contrabande, waarbij
mogelijk personeel betrokken zou kunnen zijn. Naar aanleiding van deze meldingen zijn personeelsleden en gedetineerden gehoord en hebben celinspecties plaatsgevonden. Vervolgens zijn in klagers cel niet toegestane vitaminepillen aangetroffen en heeft
een gesprek met klager plaatsgevonden over de uitkomsten van het onderzoek. Na dit gesprek, dat op de derde dag van de ordemaatregel plaatsvond, is klagers plaatsing in een afzonderingscel terstond beëindigd en is hij teruggeplaatst op de afdeling.
Gelet op het bovenstaande en in het bijzonder gelet op de ernst van de verdenkingen en de omvang van het onderzoek, is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing om klager de onder 1. vermelde ordemaatregel op te leggen niet als onredelijk of
onbillijk of disproportioneel kan worden aangemerkt. Zij zal derhalve het beroep gegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre vernietigen en het beklag alsnog geheel ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog geheel ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, drs. R.K. Boelens en ing. M.J. Mulders, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 17 juli 2013

secretaris voorzitter

Naar boven