Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1793/GB, 16 juli 2013, beroep
Uitspraakdatum:16-07-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/1793/GB

Betreft: [klager] datum: 16 juli 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 16 mei 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot deelname aan een penitentiair programma (p.p.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 1 mei 2009 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Lelystad. Op 14 mei 2013 is klager geselecteerd voor deelname aan een p.p. Op 16 mei 2013 heeft de selectiefunctionaris deze beslissing
echter
weer ingetrokken.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Ondanks klagers eerste positieve uitslag van een urinecontrole, was hij geselecteerd voor deelname aan een p.p. De selectiefunctionaris heeft deze selectie echter weer ingetrokken nadat klager voor
een tweede keer positief had gescoord bij een urinecontrole. Klager heeft een herhalingsonderzoek aangevraagd, waar de uitslag op dit moment nog niet van bekend is. Het is onredelijk dat de selectiefunctionaris klagers selectie voor deelname aan een
p.p. intrekt, terwijl de uitslag van de herhalingstest van klagers urine nog niet bekend is.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Op 8 mei 2013 heeft de selectiefunctionaris van de directeur van de p.i. Lelystad een voorstel gekregen om klager deel te laten nemen aan een p.p. Klager is met het
traject Terugdringen Recidive gestart, vanwege klagers softdruggebruik is dit traject echter gestopt. In het licht van zijn positieve score op een urinecontrole wordt klager op 9 mei 2013 in plaats van 60 uur, 30 uur verlof toegekend conform het
drugsontmoedigingsbeleid. Gelet op klagers positieve instelling en het belang van een gefaseerde terugkeer in de maatschappij, heeft de selectiefunctionaris op 14 mei 2013 besloten klager, ondanks de positieve score op een urinecontrole, conform het
advies van de directeur te selecteren voor een p.p. Op 16 mei 2013 komt er echter een negatief advies ten aanzien van klagers deelname aan een p.p. Klager heeft tijdens zijn verlof van 9 mei 2013 softdrugs gebruikt, hetgeen blijkt uit een nieuwe
urinecontrole. Hij heeft hiermee laten zien niet om te kunnen gaan met de hem toegekende vrijheden. Gelet op het vorenstaande heeft de selectiefunctionaris besloten om klagers selectie voor deelname aan een p.p. in te trekken. Inmiddels is de uitslag
van het herhalingsonderzoek van klagers urine binnen, hieruit blijkt dat klager positief scoort op het gebruik van THC. Om opnieuw in aanmerking te komen voor deelname aan een p.p. moet klager minstens drie maanden laten zien geen softdrugs meer te
gebruiken.

4. De beoordeling
4.1. In artikel 4 van de Pbw en de artikelen 7 en 9 van de Penitentiaire maatregel (Pm) zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het penitentiair programma en de gedetineerde moeten voldoen.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Klagers verzoek om selectie voor deelname aan
een p.p. is alsnog afgewezen op grond van een positieve score op THC na een urinecontrole. In het daaropvolgende herhalingsonderzoek was de score wederom positief op THC. Klager heeft tijdens zijn verkorte toegekende verlof softdrugs gebruikt. Klagers
drugsgebruik vormt een contra-indicatie voor deelname aan een p.p. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 16 juli 2013

secretaris voorzitter

Naar boven