Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1533/GB, 16 juli 2013, beroep
Uitspraakdatum:16-07-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/1533/GB

Betreft: [klager] datum: 16 juli 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. H.M.W. Daamen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 mei 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie De Weg te Amsterdam ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 5 januari 2012 gedetineerd. Klager is op 10 augustus 2012 veroordeeld tot de maatregel Inrichting Stelselmatige Daders. Hij is tegen deze uitspraak in hoger beroep gegaan, waardoor er nog geen einddatum detentie te berekenen is. Tot de
afhandeling van zijn zaak verblijft hij in een h.v.b. Klager verbleef in de locatie Havenstraat te Amsterdam. Op 21 mei 2013 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. van de locatie De Weg te Amsterdam.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Volgens de selectiefunctionaris zou klager een negatieve sfeer creëren, hetgeen een objectieve bejegening in de weg staat. Klager is het hier niet mee eens, hij komt op voor zijn eigen
rechten en de rechten van medegedetineerden. Klager deinst er niet voor terug om actie te ondernemen indien zijn rechten worden aangetast. Klager is al een aantal keren door de beroepscommissie in het gelijk gesteld. In de locatie Havenstraat wordt
deze
handelwijze blijkbaar niet gewaardeerd. Het feit dat klager voor zichzelf opkomt, wordt hem aangerekend en tegen hem gebruikt. Dit is onterecht, hij heeft het recht zich te beklagen binnen de locatie Havenstraat als hij van mening is dat zijn rechten
worden geschonden. Benadrukt dient te worden dat klagers gedrag, dat ten grondslag ligt aan de bestreden beslissing, niet zodanig is geweest dat er disciplinaire straffen of maatregelen werden opgelegd. In het selectieadvies staat dat klager een
correcte man is. Klager wenst te worden gehoord.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Op 20 maart 2013 is door de directie van de locatie Havenstraat een voorstel ingediend om klager over te plaatsen naar een ander h.v.b. Vanwege klagers gedrag was een
objectieve bejegening door de medewerkers van de locatie Havenstraat niet meer mogelijk. Uit het selectieadvies blijkt dat klager zeer betweterig en dwingend kan zijn. Hiermee creëert hij een negatieve sfeer op zijn afdeling. Klager is meerdere malen
intern verplaatst, omdat zijn gedrag niet verbetert. Vanwege deze situatie en om verslechtering van de werkrelatie tussen klager en het personeel van de locatie Havenstraat te voorkomen, is besloten klager over te plaatsen naar de locatie De Weg waar
hij een nieuwe start kan maken.

4. De beoordeling
4.1. Klager wil zijn beroep graag mondeling toelichten. Nu onvoldoende gemotiveerd is waarom klager zijn beroep mondeling wil toelichten en de beroepscommissie zich voldoende ingelicht acht om op het beroep te beslissen, wijst de beroepscommissie
het
verzoek af.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Indien het belang van een ongestoorde
tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf en de orde en rust in de inrichting daarmee gediend zijn, kan de selectiefunctionaris besluiten tot de overplaatsing van een gedetineerde. De aanleiding voor de overplaatsing kan zijn gelegen in een verstoring
van de werkrelatie tussen een gedetineerde en het personeel. Ten aanzien van klager komt uit de stukken naar voren dat hij met zijn gedrag een negatieve sfeer op de afdeling creëert. Nu tevens is gebleken dat dit een objectieve bejegening van klager
door het personeel in de weg staat, zal het beroep ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 16 juli 2013

secretaris voorzitter

Naar boven