Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1987/SGA, 2 juli 2013, schorsing
Uitspraakdatum:02-07-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 13/1987/SGA
Betreft : [klager] datum: 2 juli 2013

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. W. Drummen, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Nieuwegein.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 20 juni 2013, inhoudende de oplegging van een disciplinaire straf
van opsluiting in een strafcel voor de duur van veertien dagen, ingaande op 20 juni 2013 om 15.00 uur en eindigende op 4 juli 2013 om 15.00 uur, wegens het in verzoekers cel in een ventilator aantreffen van een mobiele telefoon.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 27 juni 2013. De secretaris van de beklagcommissie bij de p.i. Nieuwegein heeft telefonisch aangegeven dat het schorsingsverzoek als klacht zal worden ingeboekt.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

Uit het verslag van 20 juni 2013, opgemaakt naar aanleiding van het tijdens een celinspectie aantreffen van een mobiele telefoon in verzoekers cel, komt naar voren dat dit verslag niet aan verzoeker is aangezegd. Vaste rechtspraak van de
beroepscommissie is dat géén disciplinaire straf kan worden opgelegd zonder dat het terzake opgemaakte verslag aan de gedetineerde is aangezegd. Nu die aanzegging niet is geschied, is de disciplinaire straf opgelegd in strijd met het wettelijk
voorschrift van artikel 50 van de Pbw.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang, tot het moment dat de beklagcommissie op het beklag zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 2 juli 2013.

secretaris voorzitter

Naar boven