Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1371/GB, 28 juni 2013, beroep
Uitspraakdatum:28-06-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/1371/GB

Betreft: [klager] datum: 28 juni 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 28 maart 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Hoogeveen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 26 oktober 2010 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen. Op 27 maart 2013 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Hoogeveen, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Volgens klager is nooit sprake geweest van een verstoorde werkrelatie met de medewerkers van de medische dienst. Klager heeft meerdere procedures gevoerd tegen de medische dienst, aangezien hij
zich niet kon verenigen met hun handelwijze. Klager verwijst naar de uitspraak van de beroepscommissie met het nummer 13/455/GM, waar de beroepscommissie heeft vastgesteld dat klagers medicatieverstrekking niet altijd op de meest correcte wijze heeft
plaatsgevonden. Het kan klager dan ook niet verweten worden dat hij ageert tegen deze onjuiste medicatieverstrekking. Klager is echter van mening dat hieruit niet de conclusie kan worden getrokken dat er sprake is van een verstoorde werkrelatie die een
overplaatsing naar de p.i. Hoogeveen kan rechtvaardigen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is door de directeur van de locatie Norgerhaven aangeboden voor overplaatsing vanwege een onwerkbare relatie die was ontstaan tussen klager en de medewerkers van
de medische dienst van de locatie Norgerhaven. Vanaf het moment dat klager in de locatie Norgerhaven verbleef, verliep het contact met de medische dienst moeilijk. Er was voordurend strijd over de medicatieverstrekking en het innemen van medicatie door
klager. Investeringen die zijn gedaan om de relatie te verbeteren, door middel van gesprekken, hebben niet mogen baten. De directeur heeft om overplaatsing verzocht nadat klager een brief naar het huisadres van de inrichtingsarts had verstuurd.
Medewerkers van de locatie Norgerhaven voelden zich niet meer prettig in de samenwerking met klager. De uitspraak van de beroepscommissie met het nummer 13/455/GM, zegt iets over de medicatieverstrekking, maar niet over een verstoorde relatie die
aanwezig zou zijn. Klager heeft in de locatie Norgerhaven geen bezoek ontvangen en heeft tevens geen voorkeur uitgesproken voor een bepaalde inrichting.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Hoogeveen is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Indien het belang van een ongestoorde tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf en de orde en rust in de inrichting daarmee gediend zijn, kan de selectiefunctionaris besluiten tot de overplaatsing van een gedetineerde. De aanleiding voor de
overplaatsing kan zijn gelegen in een verstoring van de werkrelatie tussen een gedetineerde en het personeel. Uit de stukken waaronder het selectieadvies van de inrichting van 15 maart 2013 komt naar voren dat de werkrelatie tussen klager en
medewerkers
van de medische dienst van de locatie Norgerhaven is verstoord, in het bijzonder nadat klager een brief heeft gestuurd naar het huisadres van de inrichtingsarts van de locatie Norgerhaven. De pogingen om tot een werkbare relatie te komen, zijn op niets
uitgelopen. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden
verklaard

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 28 juni 2013

secretaris voorzitter

Naar boven