Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0473/GA en 13/0630/GA, 28 juni 2013, beroep
Uitspraakdatum:28-06-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/473/GA en 13/630/GA

betreft: [klager] datum: 28 juni 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de uitspraken van 5 februari 2013 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van p.i. Krimpen aan den IJssel in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraken van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. een disciplinaire straf van drie dagen op cel en een ontzegging van bezoek zonder toezicht voor de duur van drie maanden wegens klagers agressieve uitlatingen naar zijn bezoek (IJ 2012/001155);
b. de weigering om klager familiebezoek zonder toezicht toe te staan (IJ 2012/001172),

De beklagcommissie heeft het beklag als gemeld onder a. ongegrond verklaard en het beklag onder b. gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft volhard in de tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunten. De beklagcommissie heeft klagers klacht gegrond verklaard en de directeur van de p.i. Krimpen aan den IJssel opdracht gegeven een nieuwe beslissing te nemen. In de nieuwe
beslissing wijst de directeur klagers aanvraag om familiebezoek te ontvangen alsnog af. Klager geeft in beroep aan dat hij, gelet op de gegrondverklaring, gecompenseerd wil worden in de vorm van familiebezoek zonder toezicht.

De directeur heeft daarop geantwoord dat de opgelegde disciplinaire straf van drie dagen op cel en drie maanden ontzegging van bezoek zonder toezicht is gerechtvaardigd, vanwege klagers agressieve gedrag tijdens het laatste bezoek zonder toezicht.
Klagers bezoek is overigens niet de toegang tot de inrichting ontzegd, bezoek is nog steeds mogelijk. Aangezien het bezoek zonder toezicht een gunst is van de p.i. Krimpen aan den IJssel en geen recht in de zin van de Pbw, zijn de opgelegde straf en
maatregel niet onredelijk en onbillijk. Wat betreft de weigering van familiebezoek zonder toezicht stelt de directeur dat klager niet-ontvankelijk verklaard dient te worden nu hij in beroep gaat tegen een gegrondverklaring. Naar aanleiding van de
uitspraak van de beklagcommissie heeft de directeur klager een beslissing toegezonden met daarin de reden van afwijzing van zijn aanvraag om familiebezoek zonder toezicht te ontvangen.

3. De beoordeling
a.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

b.
De beroepscommissie stelt vast dat de beklagcommissie het beklag gegrond heeft verklaard. Ingevolge artikel 69, eerste lid, van de Pbw in verband met artikel 68, eerste lid, van de Pbw staat geen beroep open tegen een gegrondverklaring van een beklag.
Om die reden dient klager niet-ontvankelijk in zijn beroep te worden verklaard. Anders dan klager kennelijk meent, is een tegemoetkoming niet geboden als de gevolgen van de bestreden beslissing ongedaan zijn gemaakt. De directeur heeft, zoals hem bij
de
beslissing van de beklagcommissie is opgedragen, zijn aanvankelijk mondelinge beslissing alsnog op papier gezet en gemotiveerd. Voor de beoordeling van die nieuwe beslissing is in het kader van het thans aanhangige beroep geen ruimte.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep als vermeld onder a. ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie. Zij verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep als vermeld onder b.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 28 juni 2013

secretaris voorzitter

Naar boven