Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0686/TA, 12 juni 2013, beroep
Uitspraakdatum:12-06-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/686/TA

betreft: [klager] datum: 12 juni 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 19 februari 2013 van de beklagcommissie bij FPC De Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht,

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager en zijn raadsvrouw mr. A.J. van der Velden om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag houdt in dat op 27 december 2012 en 2 januari 2013 er geen/te weinig karnemelk is besteld.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in het beklag, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht, verkort en zakelijk weergegeven.
Hij is eerder in beroep en beklag met betrekking tot dit onderwerp in het gelijk gesteld. Afspraak was dat er vijf pakken karnemelk worden besteld. Klager heeft een melkallergie. De zorgplicht is in het geding. Hij verzoekt om een mondelinge
behandeling
ter zitting.

Het hoofd van de inrichting heeft in beroep gepersisteerd bij het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt. Klager heeft voor de tweede maal beroep ingesteld tegen een zelfde beslissing. Verzocht wordt om, gezien de aard van het beroep,
nogmaals
misbruik van beklagrecht te overwegen.

3. De beoordeling
Klager heeft verzocht om het beroep ter zitting mondeling toe te lichten. Nu klager dit verzoek niet heeft onderbouwd en de beroepscommissie zich aan de hand van de stukken voldoende ingelicht acht om op het beroep te beslissen, wijst de
beroepscommissie het verzoek af.

Naar het oordeel van de beroepscommissie kan op grond van de stukken en de aard van de onderhavige klacht op dit moment niet worden geoordeeld dat klager met het indienen daarvan misbruik van beklagrecht heeft gemaakt. Dit kan anders zijn als klager
dezelfde niet-ontvankelijke of ongegronde klachten op grote schaal herhaalt, of anderszins klachten zonder merites indient.

Het beklag en het beroep zijn gericht tegen het niet/te geringe hoeveelheid bestellen van karnemelk op andere data dan waarvan in de uitspraak van de beroepscommissie van 13 maart 2013 kenmerk onder meer 13/97/TA sprake was. Het beklag betreft naar het
oordeel van de beroepscommissie de wijze van betrachten van de zorgplicht, waartegen gelet op het bepaalde in artikel 56, vierde lid, van de Bvt geen beklag openstaat. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet
tot
een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie zal worden bevestigd met wijziging van de gronden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 12 juni 2013

secretaris voorzitter

Naar boven