Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0373/GA, 6 mei 2013, beroep
Uitspraakdatum:06-05-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/373/GA

betreft: [klager] datum: 6 mei 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Arnhem-Zuid,

gericht tegen een uitspraak van 25 januari 2013 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 2 april 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Lelystad, zijn gehoord klager en [...], juridisch medewerker van de locatie Arnhem-Zuid.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat aan klager geen lunchpakket is verstrekt voor op transport.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
Namens de directeur is in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Er is navraag gedaan bij het bad. Voor transport worden altijd een flesje water en brood meegeven. Ook in dit geval is dat zo geweest en de directeur heeft aan zijn zorgplicht voldaan. Dit is een standaardprocedure en water en brood is altijd op
voorraad. Water en brood worden aan de gedetineerde zelf meegegeven.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft op zijn bestemming in Amsterdam wel een flesje water gekregen. Klager vroeg om brood, maar dat was er niet. Het brood en water wordt altijd aan de begeleider meegegeven en op de bestemming wordt dat uitgereikt aan de gedetineerde.

3. De beoordeling
Tijdens het verhandelde ter zitting is namens de directeur meegedeeld dat eten en drinken voor onderweg worden meegeven aan de gedetineerde. Uit de praktijk is de beroepscommissie bekend met het feit dat een lunchpakket wordt meegegeven aan de
begeleiders van het vervoer en dat het eten en drinken worden uitgereikt zodra de gedetineerde op zijn bestemming is aangekomen. Nu van de zijde van de directie niet duidelijk gemaakt kon worden op welke wijze de verstrekking in dit geval precies heeft
plaatsgevonden, klager stellig blijft bij zijn standpunt geen brood ontvangen te hebben, en niet geheel is uitgesloten dat er in onderhavig geval een fout dan wel een vergissing is gemaakt, geeft de beroepscommissie klager het voordeel van de twijfel
en
zal het beroep van de directeur ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, drs. R.K. Boelens en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 6 mei 2013

secretaris voorzitter

Naar boven