Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1155/GA, 13/1263/GA en 13/1264/GA, 17 juni 2013, beroep
Uitspraakdatum:17-06-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1155/GA en 13/1263/GA en 13/1264/GA

betreft: [klager] datum: 17 juni 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de uitspraken van 25 maart 2013 van de beklagcommissie bij de locatie De Schie te Rotterdam

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraken van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. de beschadiging van klagers televisie na overplaatsing van de locatie Noordsingel naar de locatie De Schie (S-2012-658);
b. de afwijzing van het verzoek om incidenteel verlof (S-2012-823);
c. het niet in aanmerking komen voor TR (S-2012-756);
d. het niet ter beschikking stellen van een pc met internet in de inrichting (S-2012-757).

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard wat betreft de onderdelen a, b en c en klager niet-ontvankelijk verklaard wat betreft onderdeel d van het beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager vindt het onbegrijpelijk dat niemand verantwoordelijkheid neemt voor de beschadiging van klagers televisie. Niet klager maar het afdelingshoofd
heeft contact opgenomen met de locatie Noordsingel over de beschadiging.
Wat betreft de afwijzing van het verzoek om incidenteel verlof, merkt klager op dat het slachtoffer niet in de buurt van het verlofadres woont. De beslissing is gebaseerd op onjuiste informatie.
De inrichting weigert mee te werken aan klagers reïntegratie.
Het gaat klager niet om zelf een pc op zijn cel te hebben, maar dat de inrichting een pc ter beschikking stelt met een internetverbinding teneinde naar woningen en banen te zoeken. De woonkrant is immers sinds 2012 afgeschaft en alleen online
beschikbaar.

De directeur heeft zijn standpunt als volgt toegelicht. In de gemaakte afweging voor het incidenteel verlof is een inschatting gemaakt van het risico van ongewenste confrontatie met het slachtoffer en de veiligheid van klager en zijn begeleiders. Ook
het slachtoffer heeft in het verleden de confrontatie met de familie niet vermeden.

3. De beoordeling
a.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Klager heeft niet direct na de uitreiking van zijn televisie in de locatie De Schie de badmeester gewezen
op de beschadiging aan zijn televisie, doch pas een dag later. Daarmee komt de beschadiging voor zijn risico. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.

b.
Op grond van artikel 21 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting kan incidenteel verlof worden verleend voor het bijwonen van gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde, waarbij zijn aanwezigheid noodzakelijk is. Op grond
van artikel 22 van voornoemde regeling kan incidenteel verlof worden verleend voor bezoek aan een persoon in verband met geboorte, ziekte, lichamelijke of geestelijke gesteldheid of overlijden van een relatie indien de desbetreffende toestand of
gebeurtenis door een arts respectievelijk de burgerlijke stand is bevestigd.
Door klager is voor de beklagcommissie een verklaring overgelegd van de huisarts waaruit blijkt dat de moeder van klager ziek is en zich voortbeweegt met een rolstoel en scootmobiel. Daaruit volgt nog niet dat thans een bezoek van de moeder aan de
locatie De Schie niet mogelijk is of anderszins incidenteel verlof van klager noodzakelijk is. De directeur stelt dat de locatie De Schie toegankelijk is met een rolstoel en beschikt over een rolstoellift. Bovendien is de moeder in Rotterdam woonachtig
op niet al te grote afstand van de locatie De Schie. Gelet hierop en op het door de directeur voor de beklagcommissie gevoerde verweer, kan de beslissing bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden
aangemerkt. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.

c. en d.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Wat betreft klagers verzoek een pc beschikbaar te stellen met een internetverbinding voor het zoeken naar
banen en een woning, vloeit uit de Pbw geen verplichting van de directeur voort om klager te ondersteunen bij het zich op de door hem gewenste wijze voorbereiden op zijn terugkeer in de maatschappij. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraken van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, mr. M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 17 juni 2013

secretaris voorzitter

Naar boven