Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0767/GA, 4 juni 2013, beroep
Uitspraakdatum:04-06-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/767/GA

betreft: [klager] datum: 4 juni 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 28 januari 2013 van de beklagcommissie bij de locatie Zwolle Zuid 1, voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Zwolle Zuid 1 in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 5,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het standaard opnemen van klagers telefoongesprekken, waaronder gesprekken met geprivilegieerde personen en/of instanties, op de
gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering. Gelet op de ernst van de schending van klagers recht en de gevolgen die dit voor klager heeft gehad, is een hogere tegemoetkoming op zijn plaats. Het standaard opnemen van
telefoongesprekken is in strijd met de Pbw en artikel 8 EVRM. Een wettelijke grondslag hiervoor ontbreekt en een afweging omtrent de noodzaak heeft niet plaatsgevonden. Ook het opnemen van telefoongesprekken met geprivilegieerde personen is in strijd
met de Pbw. Dit wederrechtelijk opnemen heeft vele maanden (vanaf mei 2012) geduurd. Klagers privacy is geschonden. Verwezen wordt naar de uitspraak van de beroepscommissie met kenmerken 12/1813/GA en 12/1847/GA, waarin, in een soortgelijk geval, een
tegemoetkoming van € 50,= is toegekend. Er is geen reden om in klagers geval een lagere tegemoetkoming toe te kennen.

De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. Klager heeft in zijn beroepschrift niet aannemelijk gemaakt of en in welke omvang hij ongemak heeft ondervonden van het opnemen van geprivilegieerde telefoongesprekken. Tevens geeft klager geen specifieke
data en tijdstippen weer van zijn eventueel gevoerde telefoongesprekken. De directeur legt zich neer bij de uitspraak van de beklagcommissie. Indien de beroepscommissie besluit het beroep gegrond te verklaren, gaat de directeur ervan uit dat de
beroepscommissie een tegemoetkoming zal toekennen, die zij ook in vergelijkbare zaken heeft toegekend.

3. De beoordeling
De directeur kan worden toegegeven dat klager op het moment dat de opname van zijn telefoongesprekken plaatsvond daarvan geen ongemak ondervond, maar naar het oordeel van de beroepscommissie is dat niet (alles) bepalend. Immers in een situatie als hier
aan de orde zal eerst ongemak worden ervaren op het moment dat vaststaat dat alle gesprekken zijn opgenomen en voor dat ongemak past een tegemoetkoming. Het gaat te ver om achteraf klager aannemelijk te laten maken dat hij in een langere periode
daadwerkelijk telefoongesprekken met geprivilegieerde personen heeft gevoerd. Nu alle gesprekken zijn opgenomen, is het aan de directeur – die zijn standpunt niet nader heeft onderbouwd – om met behulp van die opnamen aannemelijk te maken dat geen
gesprekken met geprivilegieerde contacten zijn opgenomen.
De beroepscommissie kan zich, gelet op het vorenstaande en gezien de aard van het gegrondverklaarde beklag en de door de beroepscommissie in soortgelijke gevallen (waaronder in de uitspraak met kenmerk 12/1813/GA en 12/1847/GA) toegekende
tegemoetkoming, niet verenigen met de door de beklagcommissie toegekende tegemoetkoming van € 5,=. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd, voor zover daartegen beroep is ingesteld, en
de beroepscommissie zal een hogere tegemoetkoming vaststellen, namelijk € 50,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 4 juni 2013

secretaris voorzitter

Naar boven