Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/0673/GA, 22 juli 2002, beroep
Uitspraakdatum:22-07-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/673/GA

betreft: [klager] datum: 22 juli 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 26 maart 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 21 maart 2002 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Noord Brabant Noord, locatie Grave te Grave,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 juni 2002, gehouden in de locatie Nieuw Vosseveld 2 te Vught, is gehoord klager.
De directeur van de locatie Grave heeft telefonisch laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het gedurende drie weken geen bezoek kunnen ontvangen in verband met een te geringe bezoekcapaciteit in de locatie Grave.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is op 7 december 2001 in Grave geplaatst. Vanaf dat moment heeft zijn schoonzus geprobeerd contact op te nemen met de inrichting om een afspraak te maken voor het bezoek. Zij regelde dit omdat zijn vrouw in Colombia woont enop dat moment naar Nederland zou komen om mij te bezoeken. Zijn schoonzus heeft gedurende vijf dagen getracht om de bezoekerscoördinator te bellen. Het is haar niet gelukt om tijdens enig moment in die vijf dagen contact te krijgenmet die coördinator. Overigens is het zo dat de bezoekerscapaciteit van Grave te gering is ten opzichte van het aantal gedetineerden. Er verblijven 350 gedetineerden en er is maar plaats voor 220 bezoekmomenten. Door dat nietkrijgen van een bezoekmoment is klager gedupeerd. Indien hij in week 50 of 51 van 2002 bezoek had mogen ontvangen, had zijn vrouw hem nog kunnen bezoeken voordat zij terugkeerde naar Colombia. Uiteindelijk heeft klagers schoonzus-door tussenkomst van zijn advocaat- voor 31 december 2001 een bezoekmoment kunnen regelen. Toen was klagers vrouw echter al weer teruggekeerd naar Colombia. Sinds 31 december 2001 zijn er geen problemen meer geweest met het bezoek.Als men eenmaal in het (bezoek)systeem is opgenomen, zijn er geen problemen meer. Die problemen zijn overigens wel te verwachten als het nieuwe bezoeksysteem in de inrichting wordt ingevoerd. Dan krijgt iedere afdeling twee vastebezoekmomenten. Een van die tijden is echter 's-morgens om 07.45 uur. Hoe dat echter feitelijk moet worden uitgevoerd is klager een raadsel.

De locatie-directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Gelet op de inlichtingen van de directeur aan de beklagcommissie en gelet op hetgeen door klager ter zitting naar voren is gebracht acht de beroepscommissie in dit geval voldoende aannemelijk dat er voor klagers familieledenproblemen waren met de bereikbaarheid van de bezoekerscoördinator en dat klager om die reden in de weken 50 en 51 van 2001 zijn bezoekmomenten heeft moeten missen.
Dit maakt dat de beslissing van de beklagcommissie niet in stand kan blijven en dat het beklag alsnog gegrond moet worden verklaard.

In geval van een gegrondverklaring van een beklag kan aan de gedetineerde een tegemoetkoming worden toegekend terzake van het door hem ondervonden ongemak. Dat ongemak bestond in dit geval uit het moeten missen van (tenminste) tweeuren bezoek. De beroepscommissie zal daarom bepalen dat aan klager als tegemoetkoming twee uren (extra) bezoek toekomt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van twee (2) extra bezoekmomenten van elk tenminste een (1) uur.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. G. de Jonge en mr. U. van de Pol, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 22 juli 2002

secretaris voorzitter

Naar boven