Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0173/GA, 30 mei 2013, beroep
Uitspraakdatum:30-05-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/173/GA

betreft: [klager] datum: 30 mei 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 15 januari 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Hoogeveen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 mei 2013, gehouden in de p.i. Hoogeveen, is de plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Hoogeveen, [...], vergezeld door mevrouw [...], juridisch medewerker bij voormelde inrichting, gehoord.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruikgemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de schending van het recht op gevarieerde voeding aangezien klager gedurende zijn verblijf in de afzonderingscel/strafcel iedere dag kaas kreeg.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht.
Klager is het niet eens met de uitspraak van de beklagrechter, want hij heeft recht op afwisselend eten.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht.
De directeur voert primair aan dat geen sprake is van een klager betreffende door of namens de directeur genomen beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. Subsidiair voert de directeur aan dat het menu, waaronder het broodbeleg,
voldoende gevarieerd is. Het menu wordt iedere dag aan gedetineerden verstrekt. Dit geldt ook voor het verse broodbeleg, bijvoorbeeld kaas, vleeswaren of kokosbrood. Het zoete beleg wordt per week verstrekt. Er wordt geprobeerd om zoveel mogelijk af te
wisselen, maar het kan zijn dat het verse beleg een aantal keer achter elkaar kaas is geweest. Het menu is samengesteld op grond van door het hoofdkantoor gestelde eisen. De afspraken zijn neergelegd in het “Pakket van eisen”. Het menu wordt hieraan
getoetst. Er is een zomer-, lente-, herfst- en wintercyclus. In een dergelijke cyclus is het menu voor de komende tijd vastgelegd. Deze menucyclus biedt voldoende variatie. De directeur verwijst daartoe naar verschillende weekmenu’s. Het afdelingshoofd
checkt of de maaltijd conform het menu is. In de straf- of afzonderingscel gelden dezelfde vereisten ten aanzien van de maaltijden. De directeur weet niet waarom klager een aantal keren achter elkaar kaas verstrekt heeft gekregen. Klager heeft dit niet
aangegeven en er staat niets in het bijzonderhedenboek. De directeur weet niet precies wanneer klager in de straf- of afzonderingscel zat, maar hij gaat ervan uit dat het beklag tijdig is ingediend.

3. De beoordeling
Ingevolge artikel 44, eerste lid, Pbw rust op de directeur de plicht ervoor te zorgen dat aan de gedetineerde voeding wordt verstrekt. Naar het oordeel van de beroepscommissie mag hieronder worden verstaan dat de directeur ervoor dient zorg te dragen
dat de aangeboden voeding in voldoende mate gevarieerd is. Gelet hierop verklaart de beroepscommissie klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag.

Inhoudelijk overweegt de beroepscommissie als volgt.
De directeur heeft ter zitting aangevoerd dat het aangeboden menu wordt getoetst aan de door het hoofdkantoor van DJI vastgestelde eisen, welke zijn neergelegd in het “Pakket van eisen”. Het aangeboden menu bestaat uit verscheidene cycli, afhankelijk
van het seizoen. Ter zitting heeft de directeur een overzicht verstrekt van de lentecyclus met daarin vermeld de onderscheiden weekmenu’s. Deze menu’s getuigen naar het oordeel van de beroepscommissie in zijn algemeenheid van voldoende variatie in de
aangeboden voeding en van, meer in het bijzonder, het beleg. Klagers stelling dat hij gedurende de periode dat hij in de straf-/afzonderingscel verbleef, iedere dag kaas kreeg, is door de directeur niet expliciet weersproken. De omstandigheid dat
klager
een aantal dagen achter elkaar kaas als hartig broodbeleg heeft aangeboden gekregen, naast, zo begrijpt de beroepscommissie, het zoete broodbeleg dat eens per week wordt verstrekt, is evenwel onvoldoende om te concluderen dat klagers recht op
afwisselend eten is geschonden.
Gelet op het voorgaande zal klager alsnog ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag en zal de uitspraak van de beklagrechter worden vernietigd. Het beklag zal vervolgens ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. R.S.T. van Rossem-Broos en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 30 mei 2013

secretaris voorzitter

Naar boven