Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1303/JA, 27 mei 2013, beroep
Uitspraakdatum:27-05-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1303/JA

betreft: [klager] datum: 27 mei 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1993], verder te noemen klager,

gericht tegen een mondelinge uitspraak van 28 maart 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Horizon, locatie Kolkemate te Zutphen, betreffende de bejegening door een stagiaire,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
In de wet staat (artikel 74, eerste lid Bjj) dat het met redenen omklede beroepschrift uiterlijk op de zevende dag na de dag van de mondelinge mededeling van de uitspraak moet worden ingediend. Als een klager te laat beroep heeft ingediend, kan dit
niet
meer worden behandeld door de beroepscommissie. De juridische formulering hiervoor is dat “hij niet-ontvankelijk in het beroep wordt verklaard”.

Het beroep van klager is gericht tegen de uitspraak van 28 maart 2013 van de beklagcommissie bij de j.j.i. Horizon, locatie Kolkemate te Zutphen. Deze uitspraak is op 28 maart 2013 mondeling meegedeeld aan klager en de directeur. Het beroepschrift van
klager heeft als datum 11 april 2013 en is op het secretariaat van de Raad ontvangen op 22 april 2013. Klager heeft daarom niet binnen zeven dagen na de mondelinge uitspraak beroep ingesteld. Klager kan om die reden niet in zijn beroep worden
ontvangen.
Klagers stelling dat hij door overplaatsing naar j.j.i. De Hunnerberg niet eerder beroep heeft kunnen instellen, kan niet tot een ander oordeel leiden, nu de wet geen mogelijkheid geeft te beoordelen of het te laat indienen van beroep in redelijkheid
aan de indiener van het beroep is te wijten.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.J.C. Koens, voorzitter, prof.dr. P.H. van der Laan en mr. E. Lucas, leden, bijgestaan door mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 27 mei 2013

secretaris voorzitter

Naar boven