Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0296/GA, 23 mei 2013, beroep
Uitspraakdatum:23-05-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/296/GA

betreft: [klager] datum: 23 mei 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 25 januari 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Wolvenplein te Utrecht, voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Wolvenplein in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft een tegemoetkoming van € 7,50 toegekend vanwege de gegrond verklaring van klagers beklag betreffende de afwijzing van klagers verlofaanvraag van 27 september 2012, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Volgens klager had de beklagrechter geen geldelijke tegemoetkoming moeten vaststellen maar had hij ter compensatie een extra verlof moeten krijgen. Klager gaat nu inmiddels elke zes weken met verlof. Het
komt vaker voor dat een gedetineerde extra op verlof gaat, omdat er fouten zijn gemaakt.

De directeur heeft in beroep volhard in het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt.

3. De beoordeling
Uit telefonisch opgevraagde inlichtingen van de secretaris van de beroepscommissie van 13 mei 2013 bij de PIA Haarlem is gebleken dat klager zich op 17 april 2013 heeft onttrokken aan detentie. Dit brengt mee dat klager geen belang meer heeft bij een
beoordeling van zijn beroep. Hij zal daarin dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, mr.dr. M.M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem - Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 23 mei 2013

secretaris voorzitter

Naar boven