Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0213/GA, 27 mei 2013, beroep
Uitspraakdatum:27-05-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Activiteiten  v

Uitspraak

nummer: 13/213/GA

betreft: [klager] datum: 27 mei 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 13 november 2012 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) locatie Zwolle Zuid 1,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 5 maart 2013, gehouden in de p.i. Hoogeveen, zijn gehoord klager en [...], plv. vestigingsdirecteur.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het bij herhaling niet doorgaan van het zogenaamde crea-uurtje.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager legt zijn pleitaantekeningen over. In het dagprogramma van klagers afdeling staat op donderdagmiddag een crea-activiteit gepland en klager heeft recht op deelname. Klager heeft daar steeds aan meegedaan tot en met 6 juli 2012 en daarna is de
crea
nooit meer aangeboden. De crea-functionaris is dondermiddag wel aanwezig, maar er is te weinig begeleidend personeel. De crea is nooit op de afdeling aangeboden. Nu de andere afdelingen van de p.i. Zwolle wel gebruik kunnen maken van het crea-uurtje
leidt dit tot rechtsongelijkheid. Het werkstuk waar klager aan begonnen was heeft hij daardoor niet kunnen afmaken.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
In het huidige dagprogramma is het crea-uurtje wel opgenomen. De gedetineerden die zich voor de crea hebben opgegeven worden echter niet ingesloten als deze activiteit niet doorgaat. Door ziekte van de crea-begeleider is deze activiteit tijdelijk niet
doorgegaan. Klagers rechten zijn niet geschonden.

3. De beoordeling
Door klager is niet gesteld en uit de door de directeur verstrekte informatie is ook niet gebleken dat klagers recht is geschonden. Uit het dossier blijkt dat is voldaan aan het in artikel 49, tweede lid, van de Pbw vervatte voorschrift inhoudende dat
de directeur er voor zorg draagt dat de gedetineerde in de gelegenheid wordt gesteld tot deelname aan recreatieve activiteiten gedurende tenminste zes uren per week. Het niet kunnen deelnemen aan het zogenoemde crea-uurtje levert naar het oordeel van
de
beroepscommissie geen schending op van het recht op deelname aan recreatieve activiteiten, nu daarin reeds voldoende wordt voorzien. De beroepscommissie acht het echter wel wenselijk dat de directeur gedetineerden nader informeert indien het wegens de
personele bezetting niet mogelijk is om gedetineerden naar de crea te begeleiden, aangezien deze activiteit onderdeel uitmaakt van het dagprogramma.
Derhalve zal de beroepscommissie het beroep ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten,
voorzitter, mr. U.P. Burke en mr. G.M. Mohanlal, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 27 mei 2013

secretaris voorzitter

Naar boven