Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0288/TA, 14 mei 2013, beroep
Uitspraakdatum:14-05-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/288/TA

betreft: [klager] datum: 14 mei 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.L. Louwerse, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 13 december 2012 van de beklagcommissie bij FPC Veldzicht te Balkbrug, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Klager, zijn raadsvrouw mr A.L. Louwerse, en het hoofd van FPC Veldzicht zijn uitgenodigd om ter zitting van de beroepscommissie van 29 maart 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel te worden gehoord. Klager en zijn
raadsvrouw hebben schriftelijk bericht niet in de gelegenheid te zijn ter zitting te verschijnen. De raadsvrouw van klager heeft verzocht om aanhouding van de zitting.
Het hoofd van de inrichting heeft schriftelijk bericht niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag – voor zover in beroep aan de orde - betreft het uitblijven van medische zorg na 17 augustus 2012 in verband met een bedrijfsongeval.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager meent op grond van vaste jurisprudentie van de beroepscommissie dat een vermeende schending van het in artikel 41 Bvt neergelegde recht
ontvankelijk dient te worden verklaard, voor zover een zorgplicht niet wordt betracht. Op donderdag 16 augustus 2012 vindt er een bedrijfsongeluk plaats, waarbij klager een splinter in zijn oog heeft gekregen. Klager vraagt om Eerste Hulp, maar dit
wordt geweigerd. De medische dienst heeft die dag geen tijd. Op 18 en 20 augustus 2012 wordt klager ontvangen door een verpleegkundige bij de medische dienst. Klager heeft echter verzocht om een arts, die niet beschikbaar was. Op grond van artikel 41,
derde lid, van de Bvt dient de inrichting zorg te dragen dat een arts beschikbaar is op regelmatige basis voor een spreekuur. De wet spreekt uitdrukkelijk niet van een verpleegkundige. Van 17 tot en met 21 augustus 2012, kortom vijf dagen lang, is er
geen arts beschikbaar. De inrichting dient er zorg voor te dragen dat een arts eventueel ook buiten het spreekuur beschikbaar is. Ook dit is niet het geval geweest, terwijl er duidelijk een noodzaak was voor medische verzorging door een arts. Pas na
vijf dagen is de metaalsplinter door een arts uit het oog verwijderd. Pas op 31 augustus 2012 is een afspraak geregeld bij de oogarts. Ook deze periode is te lang geweest. Klager heeft blijvende schade ondervonden door het metaalsplintertje in zijn
oog.
Op 10 september 2012 heeft klager vanwege heftige pijn tot driemaal toe om contact verzocht met de medische dienst. Hierop is geen reactie gekomen.

Het hoofd van de inrichting heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Naar aanleiding van de gegrondverklaring door de beklagcommissie met betrekking tot de medische zorgverlening op 17 augustus 2012 is
er met klager geen overeenstemming bereikt over de hoogte van de tegemoetkoming. De medische dienst is met haar handelen binnen de grenzen van de redelijk bekwame beroepsuitoefening gebleven en heeft niet gehandeld in strijd met de zorg die de medische
dienst ten opzichte van klager behoorde te betrachten.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich op basis van de stukken voldoende ingelicht om een beslissing te nemen op het beroep en wijst het verzoek van klager om aanhouding van het beroep af. Klagers raadsvrouw is in de gelegenheid gesteld het beroep nader
schriftelijk toe te lichten.

Op grond van artikel 41, eerste lid, van de Bvt heeft de verpleegde recht op verzorging door een aan de inrichting verbonden arts. Op grond van artikel 41, derde lid, aanhef en onder a en b, van de Bvt draagt het hoofd van de inrichting zorg dat een
aan
de inrichting verbonden arts regelmatig beschikbaar is voor het houden van een spreekuur en op andere tijdstippen beschikbaar is, indien dit in het belang van de gezondheid van de verpleegde noodzakelijk is.
Op grond van artikel 56, eerste lid en onder e, van de Bvt kan een verpleegde bij de beklagcommissie beklag doen over een beslissing die een beperking inhoudt van een recht, dat hem op grond van een bij of krachtens de Bvt gegeven voorschrift dan wel
enig ander wettelijk voorschrift of een een ieder verbindende bepaling van een in Nederland geldend verdrag toekomt. Op grond van artikel 56, vierde lid, van de Bvt staat tegen de wijze waarop het hoofd van de inrichting een bij of krachtens deze wet
gestelde zorgplicht betracht geen beklag open.
De beroepscommissie stelt voorop dat alleen klachten over een (vermeende) schending van een wettelijk recht als gevolg van het niet betrachten van een zorgplicht als ontvankelijk worden aangemerkt en inhoudelijk worden beoordeeld. De enkele stelling
dat
sprake is van het niet betrachten van een zorgplicht biedt op zichzelf genomen geen deugdelijke grondslag voor de ontvankelijkheid van het beklag. Het ‘niet betrachten’ van een zorgplicht moet daadwerkelijk vastgesteld worden.

Voor de beoordeling van het beroep gaat de beroepscommissie uit van de volgende feiten:
* Op donderdag 16 augustus 2012 heeft klager tijdens werkzaamheden een splinter in zijn oog gekregen en verzocht om medische hulp.
* Op zaterdag 18 augustus 2012 is klager voor het eerst na het incident gezien en onderzocht door een verpleegkundige. De verpleegkundige heeft klager geplaatst voor het spreekuur van de huisarts voor woensdag 22 augustus 2012.
* Op maandag 20 augustus 2012 is klager wederom gezien en onderzocht door een verpleegkundige. Er vindt telefonisch overleg plaats met de huisarts.
* Op woensdag 22 augustus 2012 is aan klager kortstondig verlof verleend om in Balkbrug de huisarts te bezoeken, die de metaalsplinter uit het oog heeft verwijderd.
* Op vrijdag 31 augustus 2012 is klager gezien door de oogarts, die klager mededeelde dat hij blijvende schade heeft vanwege het litteken van het metaalsplintertje.

Op grond van voormelde feiten is de beroepscommissie van oordeel dat het hoofd van de inrichting de zorgplicht van artikel 41, derde lid, van de Bvt heeft geschonden, door na het incident van 16 augustus 2012 geen arts beschikbaar te hebben in de
inrichting die klager zou kunnen onderzoeken. Klager is eerst op 22 augustus 2012 door een arts onderzocht. De aanwezigheid van de verpleegkundige in de inrichting kan in dit geval niet gelijkgesteld worden met een arts, nu uit de stukken is gebleken
dat consultatie van een arts wenselijk werd geacht en feitelijk niet eerder dan op 22 augustus 2012 een arts het letsel heeft bekeken. Hij heeft de betreffende metaalsplinter uit het oog van klager kunnen verwijderen. Mitsdien is het beroep gegrond. De
beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre vernietigen, klager alsnog ontvankelijk verklaren in zijn beklag en dit beklag gegrond verklaren. De beroepscommissie acht een tegemoetkoming aangewezen en stelt deze vast op € 12,50.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover hiertegen beroep is ingesteld, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond.
Zij bepaalt de aan klager toekomende tegemoetkoming op € 12,50.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, mr. C.F. Korvinus en drs. J.E. Wouda, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 14 mei 2013

secretaris voorzitter

Naar boven